vo009bvo009a
Deze Friese munt is gevonden langd de Rijksstraatweg (nu Weijland), tegenover de Betlehemkerk. De Rijksstraatweg was voor de aanleg van de A12 een belangrijke verkeersader tussen Utrecht en Leiden.
De randen zijn niet meer mooi rond, zoals bij meer oude munten. Dit komt omdat men aan de randen het zilver voor een deel heeft weggevijld.
De munt is in 1687 geslagen in Fiesland, maar pas later in Nieuwerbrug terecht gekomen.

Voorzijde
Staande geharnaste ridder naar links, kijkend naar rechts. De ridder heeft in zijn rechterhand een opgeheven zwaard. Voor zijn rechterbeen heeft hij een wapenschild vast met daarin het wapen van West-Friesland.
Tekst: DEVS: FORTI: ET - SPES: NOST: (of variant). Dit is voluit: Deus fortitudo et spes nostra, en betekent: God is onze kracht en hoop.

Keerzijde
De wapens van Hoorn, Enkhuizen en Medemblik in de vorm van een driehoek geplaatst onderling verbonden door een versiering. Daartussen de waardeaanduiding 30 ST (30 stuivers) en het jaartal.
Tekst: MO: NOC ARG - ORDIN: - W:FRISIÆ (of variant). Dit is voluit: moneta nova argentum ordinum West-Frisiae. Dit betekent: nieuwe zilveren munt van West-Friesland.

 

In 1878 werd een enkelsporige kraanbrug (leggers met spoor draaien rond een verticale as aan het landhoofd) gebouwd met een doorvaartwijdte van 5,70 m. Na het ongeluk op 23 december 1902 werd een draaibrug geplaatst. Deze werd in de nacht van 14 op 15 november 1975 vervangen door een elektrische hefbrug.
Het dienstgebouwtje werd vernieuwd in 1903, in 1929 en in 1996.

De draaibrug over de Dubbele Wiericke uit 1903, die in 1975 is vervangen door een kleine hefbrug. De fotograaf, Roef Ankersmit, keek op 29 april 1961 in oostelijke richting.

Een trein naar Utrecht met de hefbrug, 2 oktober 1978.

In verband met vernieuwing van het spoor eindigde vlak voor de brug een snelheidsbeperking. Aan de andere zijde, is het armsein zichtbaar voor treinen uit de richting Woerden, 2 oktober 1978.

De brug wordt geopend voor sleepbootjes die onderweg zijn van Haarlem naar Driebruggen, 3 oktober 1978.

Deze post, gefotografeerd op 22 augustus 1996, stond bij de brug van 1929 tot december 1996

De huidige post, gefotografeerd op 22 januari 1997, werd in december 1996 geplaatst. Omdat kranen niet tot deze plek kunnen komen, werd de post in Alphen op een rongenwagen geladen. Ook de kraan werd daar op de trein gezet, waarna 's nachts de klus kon woren geklaard

 
 


Arie van Baren - brandmeester

G. Blanken Azn. - secretaris bruggemeesters

mej. Bosman: Bodegraafsche Straatweg

Chris de Bouter - secretaris bruggemeesters

Van de Brink - klompenmaker: Bodegraafsche Straatweg

Pepijn van de Burgt:

Cornelis Jan Bredius - burgemeester 1825-1855

Piet Breedijk - brandmeester

P. Brunt PJzn. - bruggemeester

P. Brunt Hzn. - bruggemeester

Philip Jansz Camerick - schout van Barwoutswaarder en Beckenes

Dick van Dam - De Zingende Zaag, Houtzagerij De Volharding

Piet van Dam - Piet met de baard, Houtzagerij De Volharding

Willem van Eck - brandmeester

Cees Elbers - brandmeester

Mien de Hollander: Schots Varken

Joke Kaptein

A. Moons Tzn. - bruggemeester

Cornelia Moons-van Kasbergen: Kaasmaken

F. Moons Fzn - bruggemeester

Maagje Nap: Schots Varken

Jan Neuteboom - smidsknecht bij Jan Voorbergen: Bodegraafsche Straatweg

Anna van Oudenallen: Schots Varken

Elisabeth Gezina van Oudenallen-van Essen: Schots Varken

Hendrik van Oudenallen: Schots Varken

Cor Kok - brandmeester

W. Kok - voorzitter bruggemeesters

P.H. Kroon - brandmeester

Mar Kroone: Schots Varken

D. Verlaan Szn. - penningmeester bruggemeesters

Steef Verlaan - brandmeester

Jan Voorbergen - smid: Bodegraafsche Straatweg

Voordouw - tolgaarder

Maartje Voshart - dochter van Pie: Schots Varken

Pie Voshart-Voshart: Schots Varken

Evert Zwanenburg - brandmeester

 

De (Oude) Hollandse Waterlinie was een waterlinie voor de verdediging van Holland in de 17e en 18e eeuw.Oude hollandse waterlinie

Nadat het stellen van inundaties (of onderwaterzetting, (uit het Latijnse inundare: overstromen) is het opzettelijk onder water zetten van een gebied) al in 1573 (Alkmaar), 1574 (Leiden) en 1629 (de Utrechtse Waterlinie tussen de Zuiderzee en de Lek) een effectieve verdedigingswijze was gebleken, werd in het Rampjaar 1672 in allerijl een waterlinie tussen de Zuiderzee en de Merwede ingericht om de Franse troepen onder Lodewijk XIV tegen te houden voor zij ook Holland zouden veroveren. Deze linie liep van Muiden via Woerden en Goejanverwellesluis tot Gorinchem. Utrecht viel er buiten omdat deze stad op dat moment reeds door de Fransen was veroverd. In december 1672 staken bij Woerden 9000 Franse soldaten de smalle strook water over omdat deze bevroren was. Na het plunderen van Zwammerdam trokken zij zich door de invallende dooi weer terug.

Nadat deze linie in 1672 had standgehouden, kreeg hij een meer permanent karakter alsmede zijn naam. Accessen werden versterkt met tal van forten, batterijen en andere verdedigingswerken. Tot aan de napoleontische tijd werd de linie een aantal keren naar het oosten verlegd, zonder echter de stad Utrecht in te sluiten. Vanaf 1815 werd een geheel nieuwe verdedigingslinie ingericht met deze stad als centraal punt: een linie die vanaf 1871 officieel de Nieuwe Hollandse Waterlinie genoemd werd, ter onderscheiding van de linie die daarna als de Oude Hollandse Waterlinie aangeduid zou gaan worden.

Er loopt een weg van 8 km van de Oude Rijn naar de Hollandse IJssel.
Tussen beide Wierickes dwars door de polders Weijpoort en Lange Weijde, langs de Lange Weijdse molenvliet. Het is dus niet vreemd dat het deel bij Nieuwerbrug Weiweg genoemd wordt.

De oude zwart-wit foto is van de Weiweg in ca. 1935 van de familie Schouten uit de collectie van Corrie van Eijk. Waarvoor dank!

  • IMG_6168
  • IMG_6183
  • Put-voor-het-graven

De Dubbele Wiericke (ook wel Grote Wiericke) is een kanaal gegraven vóór 1367 om het overtollig water van de Oude Rijn te kunnen lozen op de Hollandse IJssel. De Dubbele Wiericke wordt als vaarverbinding tussen de Oude Rijn en de Hollandse IJssel gebruikt en maakt deel uit van de oude Hollandsche Waterlinie. De Dubbele Wiericke is gegraven van Nieuwerbrug via Driebruggen naar Hekendorp.

Parallel aan de Dubbele Wiericke loopt de Enkele Wiericke. Beide kanalen begrenzen de polder Lange Weide.

Lees meer...

Weijland26 Knodsenburg

Boerderij Knodsenburg. Weijland 26 Nieuwerbrug

Inmiddels oefent hier de vierde generatie Van Veldhuizen een agrarisch bedrijf. De moderne stallen op het erf bieden plaats aan 75 stuks melkvee, 45 stuks jongvee en 20 schapen.

Geschiedenis en gebouw
Knodsenburg was de naam van een schans in Lent nabij Nijmegen waar in 1591 Prins Maurits de Spanjaarden versloeg en Waarbij de schans werd verwoest. De schans bij Nieuwerbrug onderging een zelfde lot, vandaar misschien de naam van deze bijzondere hoeve.
Het rijk versierde gesmede ijzeren hekwerk in Lodewijk XIV-stijl verraadt samen met de vorstelijke dubbele toegangsweg de allure van deze rijke hoeve. Niet alleen rijk van uitstraling, maar ook van historie. Wrang genoeg was het juist het leger van Lodewijk XIV, dat hier in het rampjaar 1672 plunderend rondtrok, waarbij talloze boerenhoeven in vlammen opgingen. De legende verhaalt dat Prins Willem III in het jaar daarop, vanuit Knodseriburg, toezicht hield op de bouw van Fort Wierickerschans. Vermoedelijk is het herenhuis gebouwd in 1588 met een plat dak als een vierkant gebouw. Er is in de loop der tijd het nodige verbouwd. Zo is na een restauratie het zadeldak aangebracht en zijn raampartijen en decoraties 18e-eeuws, Lodewijk XV-stijl. Duidelijk is dat voor- en achterhuis uit verschillende bouwperioden stammen. Hardnekkige verhalen over onderaardse gangen tussen Knodsenburg en Fort Wierickerschans moeten worden verwezen naar het rijk der fabelen.
Het voorhuis moet gebouwd zijn door een vermogende familie van notabelen, die het bedrijf verpachtte en er zelf in de zomer met personeel resideerde om de stad te ontvluchten en om er te jagen met gasten. In de archieven wordt melding gemaakt van eigenaar Petrus, Judocus Arnoldus van Oosthuizen van Rijzenburg uit den Haag; niet bepaald een gewone naam, dus een man van stand. Een latere eigenaar Mr. P.L. Schippers bezat ook de rechten van de ambachtsheerlijkheid Bodegraven. Ook was het enige tijd in bezit van de burgemeester Mr. A.H. Metelerkamp van Gouda. Het geheel vormt een uniek pand met de uitstraling van een landhuis. Het onderhuis is half verzonken aangebracht. De verdieping erboven, het bovenhuis, is bereikbaar via een imposante hardstenen trap met balustrade. In de trap bevindt zich een personeelsingang voor de benedenverdieping. Het linker souterrain is geheel betegeld en herbergt vijf religieuze tegeltableaus met Christus aan het kruis, kruisafname, de opstanding, de hemelvaart en het offer van Abraham. Dit vertrek gaat door het leven als de huiskapel en mogelijk heeft het ooit daar ook toe gediend.
De aanblik van de voorgevel wordt gedomineerd door een middenrisaliet met gesneden versieringen geflankeerd door vier enorme twaalfruits schuiframen. De centrale dubbele toegangsdeur wordt bekroond met een bijzondere verlengde levensboom; daarboven het centrale bovenraam met rijk gesneden Lodewijk XV-ornamenten. Uniek zijn ook de andere bovenramen, die meegaan in de daklijn. Door het enorme dakoverstek moeten de goten ondersteund worden door sierlijke ijzeren dragers. De bouwsporen in de zijgevels verraden met verschillende steensoorten en kleuren talloze ingrepen. Opmerkelijk zijn de dichtgemetselde grote raampartijen, waarschijnlijk gebeurde dat om de ooit geheven raambelasting te ontduiken. De oostelijke gevel toont een buitenzijdig aangeklampte schoorsteenschacht. Het inpandige rookkanaal van het oudere achterhuis in de brandmuur is uitgerust met enorme rookkast, waar hammen, worsten en spek werden gerookt.
De achtergevel met dubbele getoogde voerdeeldeur toont een bont mengsel van verschillende soorten baksteen: van mop tot ijssel-, waal- en rijnsteen in geel, oranje, rood en grijs. Het wijst op de talloze aanpassingen voor het agrarisch bedrijf in de loop der eeuwen. In 1921 werd rechts een wagenloods/koetshuis gebouwd met speksteenlagen in rood en geel. Ongeveer uit dezelfde periode stamt het zomerhuis met boenhok aan de westzijde.

bron: Verlichte boerderijenroute 2009

Weijland26 Knodsenburg RCE 01 2000

Weijland26 Knodsenburg RCE 02 2000

Tegeltableau. 2000. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Jesus gekruyst op den berg Golgota
Weijland26 Knodsenburg RCE 03 2000
Jesus afgenoomen van het Kruys
Weijland26 Knodsenburg RCE 04 2000
Abraham offert zijn zoon Isaak
Weijland26 Knodsenburg RCE 05 2000
De Opstanding Christus
Weijland26 Knodsenburg RCE 06 2000

De Hemelvaart Christus

Weijland26 Knodsenburg RCE 02 1959 Toegangshek. 1959. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Weijland26 Knodsenburg RCE 01 1976
Dicht toegangshek. 1976.
Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Weijland26 Knodsenburg RCE 01 1967 Knodsenburg. 1967. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Weijland26 Knodsenburg RCE 02 1976 Knodsenburg. 1976. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Weijland26 Knodsenburg RCE 03 1976
Knodsenburg. 1976. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Weijland26 Knodsenburg RCE 04 1976
Knodsenburg. 1976. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Weijland26 Knodsenburg RCE 05 1976 Oostgevel huis en stal. 1976. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

vo033a
vo033b

Deze pan is in de Dubbele Wiericke gevonden, toen hij in 1967 droog lag, na een dijkdoorbraak. Samen met een lepel en sabel, lagen ze op de plaats, waar vroeger fort Nieuwerbrug lag. De kans is groot, dat hij daar door soldaten gebruikt is.

ka003 d3
Fort Pain et Vin (links) en fort Nieuwerbrug (rechts) in 1672.