VERHALEN ARCHIEF

door Cock Karssen

Er werden rond 1930 diverse plannen bedacht om de vele werklozen aan het werk te krijgen. Burgemeester Van Dobben de Bruijn kwam bijvoorbeeld met het idee om werklozen in te schakelen bij het graven van een nieuw zwembad en de aanleg van een nieuwe wijk. Toen kwam de aanleg van de A12 in zicht.

Eerst had burgemeester Van Dobben de Bruijn het plan opgevat de grond die tussen de Dorpskerk en de Watertoren lag (vroeger het voetbalveld van VV Bodegraven), aan te kopen en daar het dorp uit te breiden. Een revolutionair plan, aangezien alle dorpsuitbreidingen tot dan toe door particulieren waren uitgevoerd. Het werk moest worden uitgevoerd door werklozen. Als zij enkele dagen aan dit project werkten, zouden zij tien procent meer steun ontvangen. In plaats van acht gulden kreeg men dan 8,80 gulden plus een vergoeding voor slijtage aan kleding en schoenen. Men noemde dit 'contraprestatie’.

AANLEG RIJKSWEG
Onverwacht kwam er echter nieuw werk in zicht: de aanleg van een Rijksweg, de A12, ten zuiden van Bodegraven. Op 27 januari 1934 verscheen in 'Het Bodegraafsch Nieuws en Advertentieblad’ het volgende bericht:
'In de gemoedelijke oude tijd, toen wegverkeer niet zoveel betekende, waren de wegen voornamelijk voor lokaal verkeer. Zowel voor de boer die met zijn hooiwagen over de weg hobbelde als voor het verkeer van Het Loo naar Den Haag. Het oprukkende autoverkeer vraagt echter om bredere wegen en snelheid. Daarom is men plannen gaan maken voor een Rijksweg van Utrecht naar den Haag en Rotterdam, die ten zuiden van Bodegraven komt te liggen.'
In maart 1935 werd gestart met de eerste werkzaamheden en de eerste tien werklozen begonnen met de aanleg van de parallelweg die ten zuiden van de Rijksweg moest komen. De aanleg van de aarden baan voor de Rijksweg werd aanbesteed. Aannemer Broekhoven kreeg het werk, waarbij werd geëist dat minimaal 28 procent van de werknemers uit Bodegraven moest komen. Het uurloon werd vastgesteld op 33 cent. In januari 1937 werd gestart met het graven van zand aan de Weiweg.

DE PUT VAN BROEKHOVEN
Het werk aan de nieuwe snelweg startte snel. In januari 1937 stond er een uitgebreid verslag in 'Het Bodegraafsch Nieuws en Advertentieblad', waarbij redacteur C.G. Karssen zijn lezers aanraadde om 'het reusachtige werk dat hier gaat beginnen met eigen ogen te gaan aanschouwen'. Hij schreef onder andere:
'In plaats van onafzienbare weilanden richting Waarder is er nu een geweldige opslagplaats gekomen op het weiland van boerderij Rijlaarsdam. Met kiepkarren, spoorrails, damwanden en stapels spoorbielzen. Vanaf de Rijn is een spoorlijntje aangelegd naar dit terrein, waarmee tientallen locomotieven en hun onderdelen van de schepen naar het vroegere weiland vervoerd worden.'
Er werden ook montagewerkplaatsen en een smederij gebouwd en er stonden geweldige hijskranen. Voor de aanleg van het weglichaam van de nieuwe Rijksweg moest twee miljoen kubieke meter zand uitgegraven worden vanonder een slappe klei- en veenlaag. Het werd uitgegraven tot een diepte van ongeveer tien meter, waarna het zand met puffende zandtreintjes naar het achterland gereden werd. De foto bij dit artikel, die ook door de redacteur gemaakt werd, geeft een duidelijk beeld van de locomotief van een zandtrein, 'de Put’ in wording, en de Weijpoortse molen op de achtergrond.
Er werd enorm hard gewerkt in drie ploegen, men ging zelfs 's nachts door. Hoewel het grote werk, zoals het afgraven, door machines gebeurde, vonden ook veel mensen werk bij dit project. Naast vakmensen, zoals machinisten en technici, werden ook heel wat werkloze, ongeschoolde arbeiders ingeschakeld. Zij zorgden voor het laden van de kiepwagens en het leggen en onderhouden van de spoorbielzen en spoorrails voor de zandtreintjes. Helaas gebeurden er regelmatig ongelukken bij het werk door het omvallen van de kiepkarren of door onoplettendheid bij het passeren van de vele zandtreintjes. In juni 1937 en in maart 1938 gebeurden er zelfs dodelijke ongelukken.

ZANDZUIGER
De put in het weiland was in juli 1937 zo diep geworden dat er een zandzuiger moest komen om de rest van het zand op te zuigen. Dit was een technisch zeer moeilijk probleem. Met een ingewikkeld stelsel van dammen, dijken, een kanaaltje en een sluizensysteem wist men de zandzuiger uit de Oude Rijn in de tien meter lager gelegen werkput te krijgen. Er was zoveel zand nodig dat er ook nog land van boer Schouten werd aangekocht en afgegraven, waardoor uiteindelijk een uitgestrekte plas met een diepte van tien meter overbleef. Tot ieders verbazing was de Rijksweg na twee jaar in 1939 helemaal klaar, inclusief twee viaducten en aan en afvoerwegen.

Bron: Kijk op Bodegraven- Reeuwijk 8 mei 2024

Pin It