![]() Fort Nieuwerbrug (rechts) met Fort Pain et Vin (links), detail uit 'Historiën onses tijds, behelsende sake van staet en oorlogh'.1685. collectie: Michiel van de Burgt Tachtigjarige Oorlog Tijdens de Tachtigjarige Oorlog liep de stad Woerden over van de Spaanse koning naar de Nederlandse opstandelingen onder leiding van Willem van Oranje. Op 8 september 1575 sloeg de graaf van Megen met Duitse soldaten onder aanvoering van Marcus Foccarus uit Augsburg het beleg voor Woerden. Door de inundatie kon hij de stad echter niet dicht naderen. Daarom werden op enige afstand een aantal schansen opgeworpen om daarmee Woerden door een blokkade tot overgave te dwingen. Een schans bij Nieuwerbrug moest samen met de Kruisschans (bij de Blokhuisbrug in Woerden) de doorgang over de Rijn blokkeren. Toch lukte het de Woerdenaren om de stad te blijven verdedigen. Op 24 augustus 1576 waren de meeste schansen verlaten. De Nieuwerbrugse schans zou hierna bijna honderd jaar ongebruikt blijven. Het Rampjaar Toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in 1672 werd aangevallen door de de koningen van Frankrijk en Engeland en de bisschoppen van Munster en Keulen, liet men delen van Holland en Utrecht onder water lopen, om zo de vijand te weren. Net als tijdens het beleg van Woerden rond die stad was gedaan. Zo lagen de weilanden tussen de Enkele- en de Dubbele Wiericke onder water, net als de polders Weijland en De Bree. Om het water tegen te houden, kwam er in Nieuwerbrug een dam in de Rijn en bleef de sluis bij Bodegraven gesloten. Op zwakke plaatsen in Waterlinie werden forten opgeworpen. In Nieuwerbrug was de bevaarbare Rijn en haar hoge dijken een zwakke plek. Daarom knapte kwartiermeester-generaal kolonel Moyses Pain et Vin de oude, Spaanse schans weer op, die onder leiding van kolonel Manger stond. Aan de overkant van de Rijn verrees de kleine dijkpost Molkerschans. De Molkerschans lag ongeveer op de plaats waar nu de Bethlehemkerk staat en stond onder leiding van luitenant kolonel Feullana. Om goed zicht te hebben op de naderende vijand, werden enkele huizen in het dorp afgebrand. De verschansing aan de Dubbele Wiericke bestond uit een aarden borstwering richting Woerden, waarop kanonnen waren geplaatst. De achterkant, richting Bodegraven was open en alleen afgesloten met 'Spaanse ruiters'. Dit zijn horizontale palen met punten. Vanuit dit 'Quartier aan de Nieuwerbrugge' commandeerde kapitein-generaal Prins Willem III de gehele Hollandse Waterlinie. Zijn regimenten lagen aan de andere kant van de linie, bij de Enkele Wiericke gelegerd. Ook hier kwam een kleine schans. Op Fort Nieuwerbrug onderhandelde Prins Willem III met Engeland, hij werd hier gevraagd om stadhouder van Holland te worden en organiseerde vanuit hier de mislukte aanval op Woerden. Maar in de winter kwam het Franse leger over het ijs voorbij Nieuwerbrug. Toen Pain et Vin zag, dat ze Bodegraven in brand hadden gestoken, evacueerde hij de twee forten voor de Franse overmacht. Hij wist dat de verschansingen aan de achterkant niet te verdedigen waren. Op hun terugtocht naar Woerden staken de Fransen alle gebouwen tussen Goudsesluis en Nieuwerbrug in brand. Ook de verdedigingswerken in Nieuwerbrug werden hierbijverwoest. Na de ramp Na deze ramp lieten de Staten van Holland het huidige Fort Wierickerschans bouwen, op de plaats van zijn legerkamp bij de Enkele Wiericke. Ook verrees het stervormige Fort Nieuwerbrug aan de Dubbele Wiericke en verving men de Molkerschans door Fort Pain et Vin. De forten Nieuwerbrug en Pain et Vin werden na enkele jaren al verbouwd en hebben tot 1816 dienst gedaan als voorposten van Fort Wierickerschans. Daarna zijn ze opgeheven en afgebroken. De grachten van Fort Nieuwerbrug zijn pas na 1950 dichtgegooid. Tot die tijd werden ze door de houthandel gebruikt om bomen te wateren. Toen in 1967 de Dubbele Wiericke droog viel door een dijkdoorbraak, zijn bij Fort Nieuwerbrug een degen, een lepel en een pan gevonden. |
Fort Nieuwerbrug Nieuwerbrughsche Schans in 1576. Beleg van Woerden in 1576. Rechts van houthandel Van Houthandel Van den Berg in |
Rb: 9 december 1975
Margaretha van Beieren (1311-1356), werd in 1345 in de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten gravin van Holland en Henegouwen, nadat haar neef Willem IV in Friesland was verslagen. Ze regeerde tot 1354. Margaretha was de moeder van Jacoba van Beieren (zie bij Gravin Jacobastraat).
In het uitbreidingsplan Dubbele Wiericke was één rondweg en drie aftakkende zijwegen gepland. Een eerste suggestie was, om aansluitend aan andere straatnamen in Nieuwerbrug nu ook namen van Hollandse graven toe te kennen. Omdat er in Holland verschillende graven zijn geweest met de naam Dirk, was een eerste simpel (maar toch wel serieus) voorstel, om de hoofdstraat te noemen Graaf Dirk I straat, en de drie zijstraten de Graaf Dirk II straat t/m Graaf Dirk IV straat. Gelukkig is men verstandig geweest en heeft men 4 verschillende namen gekozen. Dat daarbij de emancipatie ook toesloeg blijkt wel uit de wens om niet alleen mannelijke graven te vernoemen, maar ook vrouwelijke personen.
Boerderij Buitenland, Korte Waarder 19-21. 2011
Jeanine Schreuders en Norbert van Doorn hebben de boerderij sinds hun komst in 2004 grotendeels gerestaureerd en in gebruik genomen als woonboerderij. De huisstal is getransformeerd tot eetlokaal, waar o.a. boerderijaanschuifdiners en diners en lunches voor besloten groepen worden georganiseerd. Ook het koetshuis en het zomerhuis , dat in zeer slechte staat was, zijn gerestaureerd. Bijzonder: Boerderij BuitenLand is tevens een officiële trouwlocatie van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Zie voor meer informatie www.boerderijbuitenland.nl.
Geschiedenis gebruik en bewoning.
De boerderij werd omstreeks 1870 gebouwd in opdracht van de familie Brunt, die in die tijd veel boerderijen en grond bezat in Nieuwerbrug. In 1920 werd het boerenbedrijf aangekocht door de familie Karens, die oorspronkelijk uit Zoeterwoude kwam. Er woonden vier generaties Karens: eerst grootvader Martien, vervolgens Cornelis Jakob en vervolgens Jan Karens met kinderen. De oorspronkelijke grootte van de melkveehouderij was ca. 18 ha. Er werd kaas gemaakt voor de Bodegraafse en Woerdense kaasmarkt en er werden ook varkens en kippen gehouden.
Na de landinrichting Driebruggen-noord verhuisde de familie Karens naar de Molendijkerdwarsweg, tussen de spoorlijn en de Rijksweg A12, waar inmiddels zoon Chiel de boerderij runt. Na de verhuizing van de familie Karens in 1994 werd de boerderij circa 8 jaar bewoond door huisarts Tichelaar, die met zijn gezin in het hoofdgebouw ging wonen en in het koetshuis zijn apotheekhoudende praktijk vestigde. In die tijd zijn veel van de modernere stallen en bijgebouwen gesloopt. Na vertrek van dokter Tichelaar is de praktijk overgenomen door huisarts Borreman en heeft het hoofdgebouw twee jaar leeg gestaan, die is toen aangekocht door de huidige bewoners.
Gebouw.
Deze boerderij is er een van het langhuistype. Het hoofdgebouw (winterhuis) op nummer 19 wordt aan de linkerkant geflankeerd door een koetshuis, op nummer 21. Rechts van het hoofdgebouw staat een gerestaureerd zomerhuis. De boerderij heeft een symmetrische voorgevel van vijf traveeën.
De toegangsdeur heeft een houten omlijsting met een kroonlijst, rustend op consoles en heeft gietijzeren sierpanelen. In de rechter zijgevel bevindt zich de kaaskelder met opkamer. De gevels zijn van rode baksteen, in kruisverband gemetseld. De plinten zijn gepleisterd. De vier schuifvensters zijn voorzien van zonneblinden, zogenoemde persiennes. Boven de vensters zijn gemetselde segmentbogen aangebracht, met een versierde sluitsteen. Deze sluitstenen komen ook terug in het koetshuis en het zomerhuis. In het stalgedeelte van het hoofdgebouw en in de zijgevels van koetshuis en zomerhuis bevinden zich gietijzeren stalramen. Het zomerhuis heeft een roosvenster boven de twee schuiframen. Het hoofdgebouw heeft een rieten kap met kunstig gesneden makelaar en windveren. Windveren en makelaars komen ook terug in het zomerhuis en koetshuis. Er is een samenhang in de detaillering van de afzonderlijke gebouwen. Achter het koetshuis staat een hooiberg met drie ijzeren roeden.
Het geheel van gebouwen en erf is erkend als gemeentelijk monument, omdat sprake is van een karakteristiek en gaaf voorbeeld van regionale boerderij-architectuur met samenhang in de detaillering van de afzonderlijke gebouwen.
Tussen deze boerderij en die van nummer 17 bevindt zich een groenstrook met een historisch boomgaardje. Omstreeks 2007 is hier archeologisch onderzoek gedaan en is er een verharde laag aangetroffen. Hier zijn toen sporen van de Limes, de noordelijkste grens van het Romeinse Rijk gevonden.
In vervlogen tijden
Trouwlocatie onder hooikap. 2012 Achtergevel huisstal. 2012
Aanschuifdiner
Links tegen wagenschuur tijdelijke, houten woning van schooljuf. 1968 collectie Bekkering