Roemers (wijnglas), 1600-1650
vo006
Dit fragment van een roemer is gevonden binnen de grachten van het Hof te Waarder. Hieraan kan men de welvaart van de Johaniter Orde, die deze commanderij bezat, aflezen.

Een roemer is een wijnglas, in het bijzonder voor witte wijn, met een bolle kelk en een brede, holle stam die van noppen is voorzien. De afwerking van de noppen kon per glas verschillen: vaak zijn ze gestempeld in een braamvormig motiefje of uitgetrokken in een puntje, een doornnopje. Ook zijn ze vaak in de vorm van druiven uitgevoerd. Meestal is de roemer groen van kleur.
De noppen dienden ter versiering, maar hadden ook een heel praktisch doel: ook met vette vingers glijdt het glas niet uit je handen. Zeker nuttig in de 17de eeuw, toen bestek nog niet zo gangbaar was.
De naam is afkomstig van het duitse woord Römer, dat Romein betekent. Andere lezingen zijn dat de naam afkomstig is van het Nederrijnse woord römmen, dat bluffen betekent.
De roemer heeft zich vanaf circa 1500 in Duitsland uit de berkemeyer, het 15de eeuwse noppenglas, ontwikkeld en werd oorspronkelijk uit bosglas vervaardigd. De oorspronkelijk smalle bovenrand ontwikkelde zich tot een hoge ronde of eivormige cuppa waardoor een glas ontstond met een op een gesponnen voet rustende, holle stam die met punt- of braamnoppen is bezet, en met een omgelegde ring de cuppa draagt.
De noppen op de stam van een roemer ontstonden door kleine hoeveelheden gesmolten glas op de stam te druppelen. Ze konden op verschillende manieren worden afgewerkt.
Het glas was populair in Duitsland en de Nederlanden. Tot in de huidige tijd worden roemers geproduceerd. We kennen de roemer vooral uit de 17e eeuw, waar ze een statussymbool was dat ook vele schilderijen sierde.

 
vo006 voorbeeld2Voorbeelden van twee soorten roemers

vo006 voorbeeld1
Voorbeeld van roemers in een stilleven.
Willem Claesz Heda, 1635

Jacobakannetje, na 1500
vo003
Dit is het onderste deel van een zeer klein, geglazuurd Jacobakannetje met golfvoet. De hals en het oor ontbreken. 

Dit kannetje is gevonden door Frits Klaster op het voormalige land van de Hof te Waarder, op de hoek van de Molendijk en de Korte Waarder. De commandeur van de Johanniter orde, of zijn personeel hebben hier waarschijnlijk uit gedronken.

De naam van dit draaischijfaardewerk is ontleend aan een 17de-eeuwse opgraving, waarbij men in de slotgracht van het Duitse kasteel Teylingen een groot aantal van deze kannetjes vond. Sindsdien doet het verhaal de ronde dat gravin Jacoba van Beieren (1401-1436), die haar laatste levensjaren doorbracht op het kasteel, uit verveling vele van deze kannetjes draaide. Vervolgens zou ze die dan uit het raam in de slotgracht gegooid hebben, wat zou verklaren waarom er juist daar zoveel kannetjes teruggevonden zijn.
ka001d2 k
Hoff te Waerder op kaart van groot Waterschap van Woerden rond 1670.

vo003 voorbeeld1 voorbeeld van een Jacobakannetje
Laatst bijgewerkt op: 22 juni 2013

bronnen:
www.geheugenvannederland.nl
Frits Klaster, vinder
P.F.A. van Grinsven (AWN)

vo031bvo031a

"Herkent u dit bord? In 2012 waren twee mannen bij de Brugkerk met een elektromagneet aan het vissen. Naast andere metalen haalden zij dit bord op. Met afbeeldingen van Ster Tabak en Niemeijer’s Kofie en Thee. Na diep nadenken en veel overleg, kwamen wij tot de conclusie dat dit bord komt uit het fietsenrek van kruidenier Japie Streefland. Streefland, in de volksmond “Pikkie Noga” genoemd woonde op de Hoge Rijndijk tussen kolenboer Jaap de Vos en slager Gert de Vlieg .
Japie was een bijzonder mens. Eens kocht hij een driewieler brommer met een bakje om boodschappen te bezorgen. Ging oefenen op het terrein van Van der Steen, bij de Put. Een groot terrein met één paal in het midden. Ja, juist, het lukte Japie om de paal toch te raken.
Een andere bezienswaardigheid was de reis naar Zegveld. Het deksel werd van de bak geschroefd en een stoel met armleuningen er in gezet. Zijn vrouw, met een touwtje om haar hoed, werd er in gehesen en zo vertrok het edele stel.
Maar ja, het was ongeveer 1958."

Henk Aberson, Nieuwsbrug oktober 2012

 

Hier komt een virtuele tentoonstelling van uiteenlopende voorwerpen uit Nieuwerbrug.
Het zal nog enige tijd duren voor onze volledige collectie hier te bewonderen is. Toch heeft u hieronder al een aardige indruk.
Voorwerpen met een zwarte tekst zijn aanklikbaar voor meer informatie.
Heeft u een voorwerp in uw bezit, dat een plaats verdient in Museum Nieuwerbrug? Neem dan contact op via: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

Voorwerpen uit Nieuwerbrug

tentoonstelling glas tentoonstelling kleinspul tentoonstelling pijpekoppen

tentoonstelling steengoed tentoonstelling tegels

 

Prehistorie

vo002

Speerpunt uit de bronstijd

Romeinse tijd

vo001

Romeinse ruiterhelm

vo034 t

Slangenarmband
Nog geen info

Middeleeuwen

vo011

Duitse kruik
14e eeuw

vo022 t

Pispot c.a. 1450?
Nog geen info

vo021 t

Leisteen met rad
Nog geen info

vo004

Vetvanger
Hof van Waarder

vo023 t

Pispot c.a. 1600
Nog geen info

Gouden eeuw (grofweg de 17e eeuw)

vo003

Jacobakannetje
Hof te Waarder

vo016 t

Tegel Hof te Waarder
Nog geen info

vo006

Roemer
Hof van Waarder

vo035 k

BMunt met Philips IV, 1633

vo010

Evenaar
1659

vo007a

Degen
Fort Nieuwerbrug

vo008

Musketkogels

vo033a

Pan fort Nieuwerbrug

vo026 t

Lepel van Fort Nieuwerbrug
Nog geen info

vo020 t

Tegelscherf met majolica rokje
Nog geen info

vo024 t

Wijnfles
Nog geen info

vo027 t

Kanon, Fort Wierickerschans
Nog geen info

vo028 t

Spijkers, Fort Wierickerschans
Nog geen info

vo029 t

Vloertegels, Fort Wierickerschans
Nog geen info

vo009a

Daalder West Friesland, 1687

vo030

Uithangbord walvisschouderblad, 17e eeuw

       

18e en 19e eeuw

vo013 t

Onderdeel pistool
Nog geen info

vo005

Handbrandspuit
1888

vo015 t

Treinkaartje halte Waarder
Nog geen info

vo018 t

Klok Halte Waarder
Nog geen info

1900 -1950

vo019 t

Orgel Brugkerk 1920
Nog geen info

vo017 t

Bakfiets De Vos
Nog geen info

vo031a

Reclamebord van Streefland

 1950 - 2000

vo014 t

Herdenkingsmunt
Nog geen info

vanaf 2000

Nog onbekend

vo025 t

Lepeltje van been
Nog geen info

vo012a t

Sierraad
Nog geen info

vo001

foto: Rijksmuseum Museum van Oudheden Leiden


Deze Romeinse ruiterhelm van verguld brons, werd gevonden tijdens het graven van de Put van Broekhoven. Hier werd zand gewonnen voor de aanleg van de A12. Hier werd toen ook een speerpunt uit de bronstijd gevonden.
Het oppervlak is versierd met opgesoldeerde banden die deels gepareld zijn, deels versierd met een motief van door punten gescheiden ruiten. Een driehoekige klep is aan de voorzijde aangesoldeerd en ten overvloede bevestigd met drie puntige knoppen, die door een wand heen aan de binnenzijde met plaatjes zijn vast geklonken. Op verscheidene plaatsen is het oppervlak versierd met een in lichte stippellijnen ingegraveerd ornament, deels van ranken en bladmotieven, deels van menselijke figuren. Aan de nekplaat is met 2 splitnagels een hengsel bevestigd waaraan de helm kan worden opgehangen. Aan de binnenzijde van de nekplaat zijn enige onleesbare graffitti ingekrast. De pluimhouder en wangkleppen zijn verdwenen.

vo002

foto: Rijksmuseum van Oudheden Leiden


De Put van Broekhoven werd gegraven om zand te winnen voor de A12. Hierbij werden een Romeinse ruiterhelm en deze bronzen speerpunt gevonden. Ze zijn nu te zien in het Rijksmuseum van Oudheden Leiden.
De speerpunt uit de bronstijd heeft twee lange groeven langs de schacht koker en een rechte bladbasis met hieraan twee oogjes. Hij is iets krom gebogen, de punt is er af en en zit een kleine beschadiging aan één kant.

vo005
Handbrandspuit uit 1888 op de tentoonstelling 'Daar komt de brandweer' in de Oudheidkamer te Reeuwijk. foto: Michiel van de Burgt

In de Nieuwerbrugse brandweergarage, beheerd door het College van bruggemeesters, stonden lange tijd twee handspuiten. Voor alle gezinshoofden van Nieuwerbrug bestonden gebruiksinstructies.  Wanneer de spuiten een jaar lang niet gebruikt werden, dan moesten ze getest worden. ‘Spuit-proberen’.
De hefbomen van deze spuit werden door acht man bediend. Op het onderstel staat aangegeven met welke kant hij bij het water moet staan, omdat vanaf daar de slang met rieten zeef het water oppompt.
Dit gebeurde nog tot 1939.
In 1971 probeerde het college van Bruggemeesters de Tolbrug, de brugwachterswoning, de Onafhankelijkheidstoren en het brandspuithuis te verkopen. Omdat dit niet was gelukt, zaten ze in geldnood. Overig bezit werd daarom verkocht.
De andere brandspuit was al voor 500 gulden verkocht. Nu was ook deze brandspuit te koop.
De gemeenschap wilde graag dat de brandspuit binnen het dorp bleef. Hij had nog op geen enkele Nieuwerbrugse optocht ontbroken.
Heck Fioole uit Nieuwerbrug en H. Koetsier uit Woerden hadden interesse.
Dan krijgt kapper Gerrit Brouwer  van autohandelaar Jan Wagensveld 1900 gulden om de handbrandspuit te kopen. Wanneer het college zou weten dat Wagensveld er achter zat, dan was de prijs waarschijnlijk omhoog gegaan.
Maar omdat Brouwer al de derde koper was, steeg de prijs toch al van 1000 naar 1500 gulden. Ook P. Hordijk, de eigenaar van ’t Grauwe Paard , zag wel iets in de antieke brandspuit. Hij wilde in café ‘De Tol’ (De Bruggemeester) een soort openluchtmuseum maken, met daarin de brandspuit.
Wanneer de prijs wordt opgedreven tot 2000 gulden, mag Gerrit Brouwer hem voor 1900 gulden meenemen.
Ook al woont de heer Brouwer naast de brandweergarage, de brandspuit wordt zolang opgeslagen in een boerenschuur.
Op een gegeven moment moest die schuur leeg. De heer Van Eijk uit Reeuwijk heeft de gehele inhoud toen meegenomen, inclusief de brandspuit. Deze staat nu in het bedrijfspand van H.I.G. te Bodegraven.
In 2012 was onze brandspuit het pronkstuk op de tentoonstelling 'Daar komt de brandweer' in de Oudheidkamer in Reeuwijk.
Daar bleek dat brandspuit tussen het verblijf in het brandspuithuis in Nieuwerbrug en het bedrijfspand uit elkaar gehaald. Daarna is hij niet goed in elkaar gezet. Op de zwart-witfoto ziet u dat de draagplank laag bij de grond hangt, onder de wielas. Op de kleurenfoto van tijdens de tentoonstelling , hangt de draagplank hoog boven de grond, boven de wielas. Bij de andere drie brandspuiten hingen deze ook laag, net als de Nieuwerbrugse vroeger. Ook is het geheel opnieuw beschilderd. Een emmer die oorspronkelijk bij de brandspuit hoorde, is nog in de laatst gebruikte beschildering in het bezit van Cees Brouwer.
Naar de leeftijd van de brandspuit moet nog eens goed onderzoek worden gedaan. 
Gerrit Brouwer beweert in 1972 dat hij in 1889 door Nieuwerbrug is gekocht. Bruggemeester Ellis van Eck zegt daarop dat hij uit 1905 komt. 
In het boek ‘Nieuwerbrug aan de Rijn. Ons dorp’ wordt het jaartal 1785 veelvuldig genoemd. Onderandere in de titel. Maar de andere jaartallen worden ook genoemd. Wordt vervolgd.