Vlag voor prinselijk hoofd kwartier
NIEUWERBRUG - Dit jaar vieren we dat de Oude Hollandse Waterlinie 350 jaar geleden het Franse leger tegen heeft gehouden. Daarom wappert de speciale jubileum vlag al op veel locaties langs de linie.
Bij Post Nieuwerbrug ontvingen burgemeester Erik van Heijningen en Wouter van de Waterlinie een eigen vlag van Anastasia van Noort. De vlag zal wapperen bij alle jubileumactiviteiten in onze gemeente, zoals de musical Water en Vuur, het historisch festival tijdens de najaarsmarkt en bij de diverse tentoonstellingen.
DE WATERLINIE
Tijdens het Rampjaar lag het prinselijke hoofdkwartier bij Bodegraven, beschermd door verdedigingswerken bij Nieuwerbrug. Nadat Franse troepen over de bevroren waterlinie waren getrokken, is Bodegraven echter volledig in de as gelegd. Prins Willem III liet daarom Fort Wierickerschans bouwen om het hart van de waterlinie beter te beschermen.
Kijk voor meer informatie op www.hoofdkwartier1672.nl
Bron: Kijk op Bodegraven-Reeuwijk 27 juli 2022
Nieuwe vrijwilligers moeten Nieuwerbrugse korps uit de brand helpen
Het is moeilijk de paraatheid overdag te borgen’
door Ad van den Herik
NIEUWERBRUG - De 18-koppige brandweer van Nieuwerbrug wil graag nieuwe vrijwilligers werven, vooral die overdag in Nieuwerbrug aanwezig zijn. Het werk bij de vrijwillige brandweer is enorm gevarieerd, uitdagend en waardevol. Ze blussen brandende hooibalen langs de Al2, rukken uit voor een gekantelde auto in de sloot, assisteren het ambulancepersoneel bij het hijsen van een patiënt vanuit een dakkapel, controleren op een gaslucht en ja, soms gaan ze ook op pad om een schaap, koe of paard uit de sloot trekken. Het werk van de vrijwilligers van de Nieuwerbrugse brandweerpost mag je best gevarieerd en uitdagend noemen. En waardevol, dat vooral.
Nieuwerbrug telt nog net voldoende vrijwilligers die bij tij en ontij alles uit hun handen laten vallen of hun bed uit springen om zich naar de brandweerpost in de Graaf Albrechtstraat te spoeden. Daar schieten ze hun brandweerpak aan en snellen met loeiende sirenes naar de onheilsplek om hulp te bieden in welke vorm dan ook. Maar de huidige achttien vrijwilligers kunnen best wat extra collega's gebruiken. Daarom is de Veiligheidsregio Hollands Midden, waartoe de Nieuwerbrugse brandweerpost hoort, een wervingscampagne gestart. Ploegchef Marcel Oussoren legt uit dat de veranderde dorpsgemeenschap belemmerend werkt: "Het is moeilijk de paraatheid overdag te borgen in kleine kernen. Dat komt omdat er minder plaatselijke ondernemers zijn dan vroeger. Nu zijn er veel mensen die niet meer in het dorp werken. Daar zit bij ons vooral de krapte. Nu ben je aangewezen op mensen die parttime of thuis werken, 's Nachts zijn er wel genoeg vrijwilligers in het dorp."
ZOEKTOCHT
Vroeger gold er een bezetting van zes personen op de tankautospuit voor een uitruk, maar sinds twee jaar volstaan vier brandweerlieden. Dat kwartet krijgt overigens direct hulp van collega's uit een
buurgemeente. Ondertussen heeft een oproep via facebook (www. facebook.com/brandweernieuwerbrug) al twee geïnteresseerden opgeleverd. Maar de zoektocht naar nieuwe vrijwilligers gaat door. Zo laat de brandweer zich tijdens de Nieuwerbrugse Speelweek (15-19 augustus) niet onbetuigd. "Dan komen er veel ouders naar hun kinderen kijken, dus wij hebben daar een stand. En natuurlijk helpen we ook mee met de spelletjes en mogen de kinderen water snuiten met de slang," kijkt Oussoren vooruit op het kinderfestijn. En straks, als in september de oefenavonden op maandag weer beginnen voor de vrijwilligers, kan iedereen tijdens een open dag of avond een kijkje komen nemen.
GEEN PENSIOENLEEFTIJD
Het korps van Nieuwerbrug bestaat voor een derde uit vrouwen. "Dat ligt bij ons hoger dan het gemiddelde in de regio," weet Oussoren die het korps zelf al 23 jaar dient. Hij moet twee 'blussers' voor laten gaan die al bijna een 40-jarig dienstverband aantikken. Een echte 'pensioenleeftijd' geldt er niet meer voor vrijwillige brandweerlieden. "Als je je fysieke test maar haalt. En je moet je competenties onder de knie houden," doceert Oussoren. En je moet natuurlijk over het nodige incasseringsvermogen beschikken, weet de 55-jarige uit ervaring. "Bij een van mijn eerste uitrukken ging ik mee naar een autobrand op de A12. Op het moment dat we aankwamen waren er al drie personen overleden. Dat was best heftig."
Bron: Kijk op Bodegraven-Reeuwijk 20 juli 2022
Legendarisch fort van de ondergang gered
tekst MENSJE MELCHIOR fotografie KOEN VERHEIJDEN
Peter Kraan woonde in zijn jeugd tegenover Fort Wierickerschans in Bodegraven. Toen de deuren van het verpauperde verdedigingswerk eindelijk open gingen, zag hij meteen dat hij er weer wat moois van kon maken. De aannemer pachtte het fort, stopte een flink deel van het familiekapitaal in de restauratie en is nu samen met zijn dochters cultureel exploitant. 'We hebben Wierickerschans in de oude luister hersteld én er een renderende onderneming van gemaakt.'
VOOR PETER KRAAN (71) was Wierickerschans altijd een mythisch bastion. Hij loopt over het binnenterrein en wijst op de indrukwekkende kruithuizen: ‘Die muren zijn tot wel twee meter dik. Hier lagen ladingen buskruit en munitie opgeslagen.’ Vroeger bleef het fort in Bodegraven voor iedereen hermetisch gesloten. ‘Wij woonden er tegenover, maar de poorten gingen alleen open voor mensen uit het leger. Het dichtstbij kwam ik als ik bij het fort snoeken ging vangen. Maar hoe het er binnen de dikke muren uitzag, bleef een raadsel.’
Het bolwerk was in handen van Defensie; publiek of nieuwsgierige omwonenden hadden er niets te zoeken. Toen de poorten van het vestingwerk in de jaren negentig eindelijk open gingen, stond Kraan vooraan om de boel te bekijken. ‘Het fort was compleet vervallen. Bij de manschapsverblijven, waar vroeger soldaten overnachtten, groeiden de bomen door het dak. Deuren lagen uit de spon¬ningen en overal lag puin.’
Maar Kraan keek door de ‘verpauperde puinzooi’ heen en zag meteen de potentie van het fort. ‘Die prachtige dikke muren, de ijzeren deuren bij de kruithuizen, de binnenplaats, ik wist: als we dit in oude luister herstellen, staat hier straks iets heel indrukwekkends.’ Kraan keek naar het bouwwerk met een aannemersblik: hij leidde het bouwbedrijf van zijn familie en had met Kraan Beheer BV een succesvol bedrijf. ‘Natuurlijk zou een grondige restauratie een tijdrovende en kostbare klus worden. Maar ik wist ook dat we uniek cultureel erfgoed konden herstellen én daarna een renderende onderneming van het fort konden maken.’
Verdediging na rampjaar
Fort Wierickerschans werd in 1673 gebouwd, in opdracht van stadhouder Willem III, na het ‘rampjaar’ 1672. In dat jaar trokken Franse troepen via Woerden over de bevroren Hollandse Waterlinie. Al plunderend en moordend veroverden ze de dorpen Zwammerdam en Bodegraven. Een verdedigingsschans op de splitsing van de Oude Rijn en de Enkele Wiericke moest een herhaling van deze tragedie voorkomen.
Binnen zes maanden werd Fort Wierickerschans gebouwd. Een kleine tweehonderd jaar later schoof de waterlinie echter naar het oosten op, waardoor het fort zijn strategische waarde verloor.
Vanaf dat moment werd het gebruikt voor kruitopslag; op het binnenterrein kwamen zes kruithuizen te staan. Later werd het fort een bevoorradingsdepot voor het Nederlandse leger.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruikte Nederland de Wierickerschans als interneringskamp voor buitenlandse officieren. In de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers het voor hun Kriegsmarine en na de oorlog zaten er korte tijd NSB’ers en collaborateurs geïnterneerd. Daarna verwerd het fort tot een plek voor van alles en nog wat: Defensie bracht er afgekeurde explosieven tot ontploffing, trainde er waakhonden en sloeg er goederen voor het leger op. Aan onderhoud werd niet veel meer gedaan en de boel raakte in verval.
Staatsbosbeheer
In de jaren negentig hebben de provincie Zuid-Holland en de gemeente Bodegraven dankzij een lucratieve verkoop van hun energiebedrijven geld in kas; ze willen dat het fort wordt opgeknapt en een culturele bestemming krijgt. In 1998 wordt Staatsbosbeheer eigenaar van Fort Wierickerschans. Dan moet er, samen met de provincie en gemeente, een plan komen voor de restauratie. Ze roepen marktpartijen op om plannen in te dienen voor het herstel en de exploitatie van het fort. Het plan van Peter Kraan past op één A4. ‘Het kwam erop neer: we restaureren stap voor stap, hergebruiken daarbij zoveel mogelijk de oude materialen en we gaan zo snel mogelijk van start met het organiseren van evenementen, zodat er geld binnenkomt.’ In 2008 kwam het tot een erfpachtovereenkomst voor vijftig jaar tussen Staatsbosbeheer en Stichting Fort Wierickerschans Groep (opgericht door Kraan). Met deze publiek-private samenwerking moest het fort gered worden. Trots laat Kraan nu het resultaat van de restauratie zien. Met een grote sleutelbos in zijn hand loopt hij over het terrein en laat hij de gebouwen zien. ‘We wilden bij de sfeer van vroeger blijven. De gebouwen mochten niet te veel veranderen.’ Authentieke tekeningen (de oudste van 1693) en bouwbestekken waren een inspiratiebron bij de restauratie, en natuurlijk de gebouwen zelf. Kraan loopt naar het rechter arsenaal, waar munitie in werd opgeslagen. Nu is het de plek waar mensen trouwen en waar bedrijven brainstormen over nieuwe producten. Hij wijst naar de grond. ‘Zie je deze klinkers? Daaroverheen lag een dikke laag cement. Toen we aan de restauratie begonnen, kwam de originele vloer tevoorschijn. Ik wist meteen: dit wordt weer de vloer waar iedereen straks overheen loopt.’
Het oude Kruithuis is nu een ruimte voor tentoonstellingen; de muren zijn opgeknapt, maar hebben géén laag verf gekregen. Zo zie je de originele structuur: oud stucwerk waar stenen doorheen schemeren. ‘In veel van dit stucwerk zit koeienhaar’, vertelt Kraan. ‘In de tijd dat dat erop werd gebracht, was dat iets nieuws. Dat hebben we zoveel mogelijk geprobeerd te behouden.’
De commandantswoning uit 1831 is nu het kantoor van de stichting. Aan het plafond hangen lampen die gemaakt zijn van bliksemafleiders die eerder op bunkers in Hoek van Holland zaten, en op de kruithuizen van het fort. De dikke deuren van de voormalige manschapsverblijven, waar in de Eerste Wereldoorlog buitenlandse officieren geïnterneerd zaten, zijn in de oude staat hersteld. Kraan wijst naar boven, naar de houten balken. ‘Op sommige plekken waren ze verrot. Het verrotte hout heb ik eruit laten zagen en alleen op die plekken hebben we er ander hout ingezet. Zo hebben we zoveel mogelijk het oude hout behouden.’ ‘En, kijk hier eens’, zegt Kraan, terwijl hij op zwarte vlekken op de muur wijst. ‘Die aanslag kwam tevoorschijn toen we de muren aanpakten. Op deze plek stookten de geïnterneerde officieren hun vuur. Dat hebben we natuurlijk ook laten zitten.’
Coronacrisis
Trouwerijen, bedrijfsfeesten, uitvaarten, herdenkingen en bedrijfspresentaties: het fort is weer volop in bedrijf. Maar tijdens de coronacrisis heeft alles stilgelegen. Een lastige periode, en niet alleen omdat er geen inkomsten waren. ‘We stonden net op het punt om verder te gaan professionaliseren. Mijn dochters en schoonzoon zitten ook in het bedrijf; ze doen de boekingen, de catering en helpen bij de
restauratie. Een echt familiebedrijf. We wilden meer personeel gaan aannemen, zodat wij ons vooral op de exploitatie konden gaan richten. De agenda voor 2020 was al zo goed als volgeboekt, maar vanaf maart dat jaar konden we niks meer. Nu hebben we wel weer veel evenementen staan, maar van verder professionaliseren komt het voorlopig niet. We kunnen op dit moment heel moeilijk personeel vinden.’ Intussen speelt de vraag hoe openbaar toegankelijk cultureel erfgoed moet zijn als een private partij het exploiteert? Je kunt het fort nu alleen bezoeken als je het afhuurt. Lange tijd deed een van de kruithuizen, ‘Gebouw 183’, dienst als bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer, maar met enkele tientallen bezoekers op een goede dag was dat niet rendabel. In 2019 sprak de gemeente Bodegraven- Reeuwijk de wens uit dat het fort weer toegankelijk zou worden voor meer bezoekers. Ook de provincie laat zo nu en dan vallen dat het fort een meer publieke functie moet krijgen. Maar, zo zegt Kraan: ‘Als je dat wil, moet je goed kijken hoe je dat doet met de kosten en de opbrengsten. Wij hebben hier drieënhalf miljoen euro aan familiekapitaal in zitten en kunnen zo’n investering - en de verdere kosten voor onderhoud - alleen waarmaken als we het fort goed kunnen exploiteren.’
Peter Kraan laat de discussies een beetje langs zich heen gaan en richt zich zo goed mogelijk op zijn werk. Hij geniet van het fort en van de natuur. Net nog heeft hij alles uit zijn handen laten vallen om een ooievaar te filmen die ‘even op bezoek kwam’. Hij zat in de boom vliegen te pikken. ‘Dat moest ik vastleggen, zo bijzonder.’ Ook van de samenwerking met zijn familie geniet hij volop. ‘We hebben het fort van de ondergang gered, en er een goedlopend, toekomstbestendig bedrijf van gemaakt. Het is keihard werken, maar ik doe het elke dag met plezier.’
Bron: Rabo & Co
Besparen als sport
door Marlou Visser
Deze superbespaarders voelen pijn van de inflatie nauwelijks door aantal slimme trucs.
Alles wordt duurder en steeds meer mensen merken dat er aan het einde van hun geld nog een stukje maand over is. Volgens Brussel komt de inflatie dit jaar op 9,4% uit. Wie daarvan geen last hebben, zijn de superbespaarders. „Toen ik hoorde dat de prijs van koffie ging stijgen, heb ik gekeken hoelang een pak houdbaar is. Twee jaar, dus ik heb acht pakken ingeslagen, want we gebruiken vier pakken per jaar."
Voor Michel Velthuis (48) is besparen een sport. Als zzp’er in de evenementen-branche raakte hij in de coronacrisis van het ene op het andere moment zijn werk kwijt, steun vanuit de overheid kwam er amper.
„Voor die tijd was ik al scherp op aanbiedingen en besparen, maar erna nog feller. Mijn beste tip: ik ben altijd tegendraads. Zomerkleding koop ik in de winter, kerstballen in januari en als de supermarkten na de zomer gaan stunten sla ik groots in. Ook moet je berekenen wat je betaalt voor één rol wc-papier of afwasblokje. In bulk kan ik dat vaak heel goedkoop inslaan.”
De energierekening - voor een huis met vier slaapkamers - is slechts 25 euro. „We hebben zonnepanelen en een houtkachel. Gratis hout ligt vaak langs de weg bij industrieterreinen en bepaalde bedrijven, dat neem ik altijd mee als ik er langsrijd. Niet alleen in de winter natuurlijk, dan wil iedereen hout. Ik heb ook een zaagje in de auto voor als het te groot is.”
Ook Chantal van de Giessen (28) en haar echtgenoot besparen zoveel mogelijk. Het lukt ze bijna iedere maand om 60 tot 70% van hun inkomsten opzij te zetten. Zij leven toe naar fire - financial independance, retire early - om over een aantal jaar een droomhuis in Italië te kunnen kopen en niet meer te hoeven werken. Met wat overblijft wordt belegd en de hypotheek afgelost. „We zijn bijna hypotheekvrij, onze vaste lasten zijn dus heel laag.”
Thuiswerken
Van de Giessen werkt bij een verzekeraar, maar deelt ook al haar bespaartips op de website mywaytofire.nl en via Instagram. „De benzine is duur, maar wij hebben gelukkig de mogelijkheid veel thuis te werken. Als ik wel naar kantoor ga, probeer ik te carpoolen, maar dat lukt niet altijd. In het weekend pakken we liever de fiets.”
Wat betreft hun energiecontract is het gezin van Van de Giessen, met haar echtgenoot en zoontje van vier, wel iets meer kwijt. „Vijftien euro per maand meer dan vorig jaar, het valt nog mee. Ons appartement is helaas nog niet gasloos, we hebben zelfs nog een paar ramen met enkel glas en houten kozijnen. Dat willen we veranderen. Tot die tijd besparen we echt zoveel mogelijk.
Koud douchen is gezond.”
„Ons boodschappenbudget is wel iets omhoog gegaan”, zegt Van de Giessen. „Maar ik let heel goed op aanbiedingen. Hier in de buurt hebben we drie supermarkten, daar fiets ik zo even langs. Je kunt, als je goed oplet, allerlei gratis producten krijgen, korting op korting stapelen en ik ben ook fan van Too good to go. Via die app kun je goedkoop boodschappen ophalen die anders worden weggegooid”, vertelt ze. „Daarnaast koop ik zoveel mogelijk spullen tweedehands. En ik gebruik bijvoorbeeld herbruikbare wattenschijfjes, oorstaafjes en diepvrieszakjes, in plaats van wegwerpspullen te kopen. Dat is ook beter voor het milieu.”
Velthuis bespaart volop, maar niet op luxe en comfort. „Ik hou van mooie kleding, goede wijn en skiën. Maar ik koop wel alles als het is afgeprijsd. Zo heb ik nu heel veel lol van de tien zakken houtskool die ik in oktober voor 1 euro per stuk bij de Albert Heijn kocht.”
Ook profiteert hij van het feit dat hij in een klein dorp woont. „Hier bij Bodegraven koopje langs de weg voor 40 cent een komkommer; eieren en kip direct bij de boer. Goedkoper, en het is nog beter spul ook.” Voor de hond koopt hij duur voer, maar altijd in de aanbieding. „Soms loont het ook om het theezakje in tweeën te knippen. Dan heb je twee keer thee van een zakje dat in de aanbieding was.”
Meerijden
Velthuis werkt nu in de bouw, en drie dagen in de week bij de gemeente. „In de bouw mag ik meerijden met een auto van werk. Ideaal, want dan betalen zij de benzine. Ik probeer mijn vrouw er ook altijd op te wijzen. Dat ze, als ze ons kleinkind op gaat halen, meteen afspreekt met vriendinnen die in die richting wonen zodat ze maar één keer hoeft te rijden. Maar de rest van het gezin is er minder mee bezig dan ik.”
De meeste mensen snappen het niet, vindt hij. „Iedereen wil in juli op vakantie, zelfs mensen zonder schoolgaande kinderen. Maar je kunt veel beter in november gaan. Dan is het goedkoper, sta je niet in de file én je kunt thuis de kachel uitzetten!”
Bron: De Telegraaf 15 juli 2022
Boer Bert is na protest Stroe eindelijk weer thuis
Ongelooflijk dat hij het overleefde’
Jan Belt
Nieuwerbrug - Boer Bert Olieman, die op 22 juni na het massale boerenprotest in Stroe zwaargewond raakte, is weer thuis. In Nieuwerbrug kreeg hij gisteravond een warm onthaal.
Eigenlijk lag hij op bed te rusten, maar boer Bert (40) wil naar buiten als zo’n 30 collega’s, de meeste met de tractor gekomen, iets na achten bij hem voor de deur staan. Zittend in zijn rolstoel luistert hij naar Evert Nagel (ook uit Nieuwerbrug) en Jacco Maurits (Zwammerdam), die het woord voeren. „Doe rustig aan”, zegt Evert. „Als je hulp nodig hebt, weet je ons te vinden”, vult Jacco aan.
Medisch wonder
Boeren uit de buurt staken de afgelopen weken al zoveel handjes toe en daar is de familie blij mee, verzekert Gert Roseboom, Berts schoonvader. Want Bert zelf kan en mag heel weinig. Dat hij na drie weken in het ziekenhuis, waarvan bijna de eerste twee alleen maar op de intensive care, alweer thuis is vindt zijn familie een medisch wonder. „Ongelooflijk, sowieso dat hij het overleefde”, zegt ook Evert.
Ook zijn vrouw Bertine en dochter Rhodé zaten bij Bert op de tractor toen het gruwelijk misging. Volgens de familie doordat een trucker bij de tractor achterop reed. Bert, die eruit werd geslingerd, was er verreweg het beroerdst aan toe. De politie doet nog onderzoek naar de crash op de A12 bij Ede. Een woordvoerder: „Het kan nog maanden duren tot ons dossier naar het Openbaar Ministerie gaat, zodat zij kunnen beslissen over vervolging van de trucker uit de gemeente Kaag en Braassem.” Als hij een minitrekker, zuivel en bloemen heeft aangenomen, zegt Bert alleen: ‘Mooi’ en steekt een duimpje omhoog. Dan wordt hij weer naar binnen gebracht, hij moet rusten. Tegen de middag was hij thuis en keek al even in de stal. „Goed teken. Ook dat hij nu naar buiten kwam”, zegt zijn moeder Annie (70) uit Driebruggen. „Ik vond het welkom door de boeren heel mooi. Je ziet hoe ze Bert waarderen.”
Benauwd
Meermaals per week gingen Annie en haar man Jaap naar Bert toen hij in het ziekenhuis in Utrecht lag. Dat was geen pretje. Annie: „Ik zag hoeveel pijn hij had, hoe benauwd hij het had. Maar Bert heeft altijd een sterk lichaam gehad, dat is zijn voordeel geweest.”
Bert lag volledig in de kreukels, is al drie keer geopereerd en heeft een enorme ‘douw’ gehad, weet vader Jaap. „We zijn zo blij dat hij hier weer is.” Maar ook nog bezorgd, vult Annie aan.
Nu moet Bert thuis gaan revalideren, bij De Hoogstraat in Utrecht was geen plek. Bert kennende wil hij rap vooruit, ook als dat fysiek niet kan. „Een familietrekje, ons motto is: kan niet bestaat niet”, zeggen Annie en Jaap.
Traantje
Bij het geven van de cadeaus heeft Bertine een traantje weggepinkt, zij wil (nog) niet met de pers praten. Roseboom bedankt de boeren. „We zijn er nog lang niet, maar staan hier wel mooi met z’n allen. Ik ben trots op de boeren.”
Nico van Leeuwen uit Reeuwijk is één van hen. Als de familie en de gekomen boeren aan de koffie zijn gegaan zegt hij: „We gingen niet voor de lol naar Stroe, maar om te strijden voor onze toekomst. Dat je dan met zijn allen gaat en er eentje niet thuiskomt, dat is vreselijk. Al vrij snel ging rond dat Bert een ongeluk had gekregen. Ik was eerder weggegaan, maar heb toen wel mijn zoons gewaarschuwd: wees voorzichtig, kom veilig thuis.”
Logisch
Evert Nagel wil nog even kwijt dat hij alle hulp aan de familie van boer Bert logisch vindt. „Als één van ons zoiets zou overkomen, zou die ook heel blij zijn met steun van de buren en andere collega's."
Bron: AD Woerden 14 juli 2022
Situatie van boer Bert die zwaargewond raakte op A12 is ‘zorgelijk, maar stabiel’
NIEUWERBRUG - De situatie van Bert Olieman, de boer die zwaargewond raakte bij een ongeluk op de A12 na de boerenprotesten vorige week, is ‘stabiel maar zorgelijk’. Dat zeggen zijn schoonouders Elly en Gert. „We komen net uit het ziekenhuis vandaan”, vertellen ze. „Zijn situatie is stabiel, maar hij ligt nog altijd op de intensive care. Bert ligt aan de beademing, zijn longen zijn nog niet voldoende hersteld. We zijn dankbaar dat het levensgevaar is geweken.” Bert ging vorige week, per trekker, met zijn vrouw en dochter naar de boerenprotesten in Stroe. Op de terugweg raakte hij zwaargewond bij een ongeluk op de A12 bij Ede. „Hij heeft diverse operaties achter de rug”, vertelt zijn schoonmoeder. „Er is kans op herstel, maar er is nog een hele lange weg te gaan.”
Het werk op het boerenbedrijf in Nieuwerbrug is inmiddels overgenomen door een zwager van Bert, boeren uit de buurt en andere familieleden. „Het veebedrijf draait door”, vertelt Gert. Hij en zijn vrouw zeggen dankbaar te zijn voor alle steun.
Ondertussen is via de crowdfunding die door weer een andere zwager van Bert is opgezet, al ruim 130.000 euro opgehaald. „Heel fijn, maar voor ons is dat bijzaak”, reageert Elly eerlijk. „Het leven is voor ons belangrijken Natuurlijk, voor dit bedrag zou Bert een nieuwe trekker kunnen kopen. Maar het is de vraag of hij in staat is het bedrijf fysiek nog voort te zetten. Dus zeker naar de toekomst toe, zal er hulp nodig zijn om het bedrijf voort te zetten.” Tegelijkertijd zijn ze verrast door de vele gulle giften. „En zeker in deze tijd, waarin het individualisme vooroploopt.”
- Annemiek Brandriet