De brugwachter van Nieuwerbrug
‘Deze tolbrug is uniek in West-Europa'

door Ans van Heck

NIEUWERBRUG - Radwane Khzane is sinds 1 mei dit jaar de nieuwe brugwachter van de laatste particuliere tolbrug in Nederland. Hiervoor was Radwane 30 jaar kok, waarvan 26 jaar bij het restaurant dat slechts enkele meters naast zijn nieuwe werkplek is gelegen.

Al aan het begin van de 16e eeuw lag er een houten brug over de Oude Rijn die door boeren werd gebruikt om hun vee van de ene kant van het water naar de andere kant te brengen. In 1651 kregen de omwonenden toestemming van de Staten van Holland en West-Friesland om een ophaalbrug aan te leggen.

De omwonenden betaalden de aanleg en werden zo collectief eigenaar van de brug. Een college van zogenaamde 'bruggemeesters' benoemde een brugwachter aan wie de schippers vanaf dat moment tol moesten betalen om te mogen passeren. Vanaf 1788 moesten ook vreemdelingen van buiten het dorp een geldbedrag betalen om de Oude Rijn over te mogen steken. Zie hier de parallel met het heden. Tegenwoordig zijn het echter vooral bezitters van sloepjes (pleziervaart) en niet-inwoners van Nieuwerbrug die tol moeten betalen.

De nieuwe brugwachter, Radwane Khzane, is dus in een lange traditie gestapt. Eerder dit jaar vertrok de vorige brugwachter voortijdig en werd de brug een tijdje bemand door vrijwilligers. Radwane: "Dat heb ik toen ook een maand gedaan. Na die maand was de stichting nog steeds op zoek naar een nieuwe tolbrugwachter. Ik dacht toen, ik ga dit gewoon eens proberen. Ik had altijd al veel contact met een van de vorige brugwachters die hier 30 jaar heeft gewerkt, Jan Westhof, dus deze overstap leek me leuk."
VROEG OP
Zodoende is Radwane per 1 mei officieel begonnen. Radwane woont momenteel nog in Zwammerdam en pacht de brug van het College van Bruggemeesters, een groep van drie tot zes Nieuwerbrugse vrijwilligers. Het ernaast gelegen tolhuisje hoort bij de brug en wordt Radwanes nieuwe woning. Radwane: "Op dit moment wordt de woning gerenoveerd. De schatting is dat ik er eind dit jaar kan intrekken."
Op dit moment werkt hij vijf dagen in de week, maar het is eigenlijk de bedoeling om in het botenseizoen (van begin april tot eind oktober) zeven dagen per week te werken. "In de zomer is het immers vooral in het weekend druk met bootjes." Radwane begint nu 's ochtends meestal om een uur of half 7 en dan werkt hij tot ongeveer 6 uur 's avonds. "De drukte begint 's ochtends echter al om een uur of half 6. Als ik straks hier woon, zal ik daarom wel
wat eerder beginnen."
SOLIDE MET ONDERHOUD
Hoe is het eerste half jaar bevallen? Radwane: "Heel goed, want het is heel afwisselend. Het was natuurlijk wel de zomerperiode. Ik heb 30 jaar achter warme fornuizen gestaan, dus van de winter zal het wel heel anders zijn! Maar deze brug is uniek. Hij is heel solide en daardoor toekomstbestendig. Het is nog de enige tolbrug in Nederland en het schijnt de laatste particuliere tolbrug in West-Europa te zijn."
Zijn er, behalve het innen van tol, nog andere werkzaamheden die erbij horen? Radwane: "Jazeker. Behalve het innen van tol van boten en autoverkeer ben ik ook verantwoordelijk voor het kleine onderhoud, dus de brug schoon en ijsvrij houden, invetten, enzovoorts. Het grote onderhoud is voor de stichting. En verder natuurlijk mijn administratie. Er zijn heel wat bedrijven die een abonnement hebben. Daarnaast moet het hier veiliger worden. Nu sta ik 's ochtends in het donker met een hesje aan, maar er moet verlichting komen. Dat gaat dan weer in overleg met de stichting."
PINNEN
Het zal voor vele bezoekers een opluchting zijn: Radwane is de eerste pachter die met een pinapparaat werkt! Het is wel iets duurder. Het nieuwe tarief voor autoverkeer bedraagt 0,80 euro als je contant betaalt. Als je wilt pinnen, moet je 1 euro afrekenen. Schippers betalen 2,75 euro.

Bron: Kijk op Bodegraven-Reeuwijk 23 oktober 2024

VOOR BOEREN BLIJFT DE KOEIEMART VASTE PRIK
‘Sores laten we thuis en we maken er een dagje uit van'

door Harrie van Opstal

Nieuwerbrug/Woerden - Het is pure liefhebberij en het kost ook nog eens veel tijd en energie. Maar de kans om mee te doen aan de Woerdense Koeiemart laat het gezin Van der Bas uit Nieuwerbrug niet lopen.
Samen met twaalf andere melkveebedrijven uit de wijde omgeving zijn ze deze woensdag letterlijk voor dag en dauw in Woerden om op de markt hun mooiste dieren te tonen. Om elkaar weer te treffen én om het publiek informatie te geven. „Het is belangrijke reclame voor het boerenbedrijf’, vatten Cor en Adrie van der Bas samen. Voor wie het was vergeten: vorig jaar moest Woerden het onverwacht zonder koeien doen op de traditionele najaarsmarkt, die sinds 2017 de titel Immaterieel Cultureel Erfgoed van Unesco draagt. Oorzaak was de plotselinge uitbraak van blauwtong, een ziekte die voor schapen levensbedreigend is.
Cor van der Bas (47): „Het was destijds een relatief nieuwe veeziekte die vooral in het Groene Hart heerste.” Anders dan schapen hebben koeien er weinig last van. Je zou dan denken dat boeren alsnog met hun koeien naar Woerden zouden afreizen. Maar dat is te simpel gedacht, verklaart Van der Bas. „Als er een veeziekte heerst, ga je de deur niet uit. Dan wil je op je bedrijf blijven om je dieren in de gaten te houden.”
Hij vervolgt: „Daardoor zag je dat sommige boeren, die gewoonlijk wel deelnemen aan de keuring op de Koeiemart, weg bleven. Het bestuur van onze organisatie Agrarisch Centrum Woerden besloot dan ook om de hele keuring te annuleren. Je gunt iedereen die deelname, dus de afgelasting was niet meer dan logisch.”
Wat is dat toch met die Koeiemart en bijbehorende keuring? Waarom is die niet te missen? Van der Bas grijnst en zegt grappend: „Het is een stomme gekke hobby.” Echtgenote Adrie (44) vervolgt: „Pure liefhebberij. Je wil gewoon je mooiste dieren laten zien. Sommigen vinden het wat lastig, je hebt immers een druk bedrijf waar altijd wel werk te doen is. Het is ook niet zo dat je ’s ochtends de stal in loopt en rondkijkt ‘laat ik die en die nou eens meenemen.” Er gaan, verklaart zij, weken van training en verzorging aan vooraf.
Zeer streng
Blauwtong kwam al even ter sprake. Het was niet de eerste veeziekte waarmee boeren werden geconfronteerd. Zo was er in 2001 de epidemie van mond- en klauw-zeer (mkz). „Maar eigenlijk zijn dierziektes van alle tijden. Tegenwoordig wordt zeer streng gecontroleerd en getest. Als ook maar iets wordt geconstateerd, mag je al niet aan de keuring meedoen”, legt Adrie van der Bas uit.
Nee, dan is het landelijke beleid voor de sector een onzekerheid die je als boer veel meer hoofdpijn bezorgt, gaat Cor van der Bas verder. „Het wordt steeds moeilijker om je bedrijf te runnen. Zo neemt het aantal bedrijven dat inschrijft voor de Koeiemart gestaag af. Dat is niet vanwege de animo, maar omdat de bedrijven groter worden.”
Dat is meteen ook het dilemma dat hij ziet. De overheid wil graag toe naar bedrijven met minder dieren. „Het betekent een halfvolle stal, minder melk, in ons geval minder kaas en uiteindelijk minder omzet. Maar rente en aflossing gaan wél onverminderd door.
Sinds de boerenprotesten van 2019 is meer begrip voor de penibele situatie van de boer, heeft het gezin gemerkt. Het is mede de reden waarom ze ondanks alle benodigde tijd en moeite toch op de Koeiemart present willen zijn.
Adrie van der Bas: „Je merkt de waardering voor ons beroep. En mensen stellen de gekste vragen, willen van alles van je weten. Dus die economische sores laten we thuis en we maken er een dagje uit van. Boeren gaan immers weinig van hun bedrijf af. Dus het is op deze woensdag heel leuk om elkaar weer te zien en te spreken.

Bron: AD Woerden 23 oktober 2024
Pin It