Mon Dieu, de Fransen zakken door het ijs!
In rampjaar 1672, toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd aangevallen door Engeland, Frankrijk en twee Duitse bisdommen, waren scholen, schouwburgen, banken en winkels gesloten. Die ellende duurde zeventien maanden. Fred de Heij, geboren in Mijdrecht, maakte er een stripboek over. „Ik heb met name plekken gekozen in het Groene Hart die in al die tijd amper veranderd zijn. Geweldig.”
Toen de Republiek de zeven verenigde Nederlanden in 1672 werd aangevallen door de Fransen, liet men delen van Holland en Utrecht onder water lopen, om zo de vijand te weren. Op zwakke plaatsen in deze verdediging werrden forten opgeworpen.
In Nieuwerbrug was de bevaarbare Rijn en haar hoge dijken een zwakke plek. Daarom werd een oud Fort Nieuwerbrug aan de Dubbele Wiericke opgeknapt. Aan de overkant van de Rijn bouwde men het kleinere Fort Pain et Vin, vernoemd naar de het hier gelegerde regiment en hun aanvoerder kolonel Mozes Pain et Vin. Het lag ongeveer op de plaats waar nu de Bethlehemkerk staat.
Maar in de winter kwamen de Fransen over het ijs toch voorbij Nieuwerbrug. Toen Pain et Vin zag, dat ze Bodegraven in de brand hadden gestoken, vluchtte hij. De forten en ons dorp konden toen tot de grond toe worden afgebrand.
Nadat de Fransen waren verslagen, liet stadhouder Prins Willen III het huidige Fort Wierickerschans bouwen, als vervanging van de twee verwoeste forten.
De grachten van Fort Nieuwerbrug zijn pas in de jaren 50 dichtgegooid. tot die tijd werden ze door de houthandel gebruikt om bomen te wateren.
Dit 17e eeuws walvisschouderblad diende als uithangbord van een herberg in Barwoutswaarder. Op het bord staat een wapen en de tekst “In den Prins van Oranje”
Het is niet bekend of deze herberg ook werkelijk binnen de grenzen van de Brandschouwerij Nieuwerbrug hebben gelegen.
Het is te zien in het Stadsmuseum van Woerden.