Mobilisatie Tijdens de oorlogsdreiging werden er in heel Nederland soldaten gemobiliseerd. In Nieuwerbrug werden ook soldaten ondergebracht bij verschillende boerderijen. Maar toen de Nieuwerbrugger Marius van den Berg ontwaakte uit zijn huwelijksnacht, was het land in oorlog. Bij houthandel Van Duijn werden toen de houtbewerkingsmachines onder de bedrijfshal in de grond verstopt. |
![]() Nederlandse soldaten met de kinderen van de school. collectie: Gijs Boer |
Duitsers in ons dorp Duitse soldaten trokken in het schoolgebouw. De lessen werden daarom gegeven in de consistorie van de Brugkerk en De Ster. Ook in boerderijen en huizen werden soldaten met hun paarden ingekwartierd. Dit waren voor een groot deel Oostenrijkers, die waren opgeroepen. Geen fanatieke fascisten. Deze jonge soldaten waren voor sommige Nieuwerbrugse meisjes te spannend om niet te kussen. Een soldaat schilderde een grote tank op de houten schuur van Bosman, op de hoek van de Straatweg (nu Weijland) en Brugstraat (nu Bruggemeestersstraat). In de maalderij van Koning bracht hij de wapenschilden van de hier gelegerde cavalerie-eenheden aan. Deze zijn tijdens een brand door het bluswater vervaagd en rond 2014 door de huurder weggewit. |
![]() Pier Kool met twee Duitse soldaten die bij hem waren ingekwartierd. collectie: Arie van den Berg Mzn |
Fort Wierickerschans Aan het begin van de tweede wereldoorlog werd Fort Wierickerschans nog genegeerd. Later vestigde het 'Zeugambt der Deutsche Marine' zich op het Fort, die het gebruikte als wapenarsenaal. In die periode werd de binnengracht verder gedempt. De Duitse marine gebruikte op zee kleine muziekinstrumenten. Zo is er op het fort een kleine accordeon achtergebleven. Een vlag met hakenkruis, die op het fort gewapperd heeft, is na jaren weer terug in Nieuwerbrug. |
![]() Accordeon van Duitse marine op Fort Wierickerschans collectie: Gijs Boer |
Verzet Zoals in heel Nederland, hadden zich in Nieuwerbrug mensen aangesloten bij de NSB. Anderen verzetten zich tegen onze bezetters. Vanaf de Knodsenburg werd kaas gesmokkeld over de Rijn en bij verschillende Nieuwerbrugse huishoudens waren onderduikers ondergebracht. Nadat een Joods gezin zich bij Cees Koning meldde om onder te duiken, kwam hij in contact met de ondergrondse. Hij werd groepscommandant in gemeente Barwoutswaarder, codenaam Purmerend. Nieuwerbrug bestond toen immers nog uit Barwoutswaarder, Waarder, Rietveld en Bodegraven. Als groepscommandant had Koning contact met dr. Schrijver in Woerden en Karssen in Bodegraven. Op de zolder van het brandspuithuis werd verzetsblad Kroniek gestencild, pal naast de school waar de Duitsers zaten. Het kleine raampje in de nok, gaf een goed zicht op de naderende vijand. Het apparaat is later nog gebruikt door Brouwer Druk en ging toen naar Afrika. Tegen het einde van de oorlog kwam Koning samen met vader en zoon Boot en Van Ommeren in een vuurgevecht met SS-ers bij de Blokhuisbrug in Rietveld (nu Woerden). Een andere SS-er heeft hem een keer laten lopen, omdat hij hem zo moedig vond. Koning had geen problemen met NSB-ers die verder niemand verraden, of “fout” waren. Zo kwam er een Nieuwerbrugse NSB-er gewoon bij hen over de vloer. De vrouw van Cees, Maria, was wapeninstructrice bij de ondergrondse. Zij ging nooit mee op acties. Op een dag belde een aantal Duitsers aan. Ze heeft toen de geweren waar ze mee bezig was in de wieg gestopt en haar dochtertje er opgelegd. De soldaten vonden het een leuk kindje. Na de oorlog heeft ze met haar man de wapens uit elkaar gehaald en in delen in de Woerdense singel gegooid. Veel later moest een loodgieter onder hun vloer werken. Ze kwamen er toen achter dat ze nog een aantal geweren en handgranaten waren vergeten. |
![]() Pistool van verzetscommandant Cees Koning. collectie: particulier ![]() Kopstukken van Nieuwerbrugs verzet voor de school in Nieuwerbrug. Tweede van links: Dokter Schrijver, commandant van Woerden. collectie: Gijs Boer |
Tewerkstelling Verschillende Nieuwerbruggers gingen werken in Duitsland. Sommige gedwongen, anderen vrijwillig. Eén van hen stikte in een kelder, tijdens een bombardement. Een ander raakte zijn benen kwijt tijdens het werken. Hij werd hiervoor keurig uitbetaald als oorlogsslachtoffer en kreeg een aangepaste auto. In ons dorp bekend als de ‘gogomobiel’. |
![]() Floris Oskam werkt in de landbouw. collectie: Gijs Boer |
Oorlogsgeweld Om de bevoorrading van de Duitsers tegen te gaan, werden de ‘nieuwe weg’ A12, de Rijn en het treinspoor door de geallieerden en het verzet aangevallen. Tijdens een beschieting vanuit de lucht is een boerenknecht in zijn bil geraakt. Om sabotage te voorkomen werd er wacht gelopen langs het spoor en zaten er Duitsers in het huisje bij de spoorbrug. Tegen het einde van de oorlog was het verboden om tussen 16.00 en 9.00 uur het spoor over te gaan. |
|
Beschieting vrachtschepen Op zaterdagmiddag 9 september 1944 lagen de twee vrachtschepen van de Groningse broers Van der Molen afgemeerd in de Rijn, ter hoogte van de huidige ingang van de 's Gravenhof. Om twee uur vlogen Engelse bommenwerpers richting Duitsland, vergezeld door jagers. Deze jagers hebben de schepen misschien aangezien voor Wehrmacht-bevoorrading en het vuur geopend. Hierbij werden vader en zoon gedood en moeder zwaar verwond. De families verbleven hierna tot de bevrijding in Nieuwerbrug. |
![]() Familie Van der Molen. collectie: Gijs Boer |
Bombardement spoorbrug Op 8 februari 1945 zijn de twee wachthuisjes bij de spoorbrug getroffen tijdens een gebombardeerd. Hierbij is een Duitse Oostfrontmilitair omgekomen. Hij had zelf al twee zoons verloren aan het Oostfront. Dus ook bij de Duitsers was er veel leed. Tot de 50er jaren, stonden hier houten noodwoningen. Deze zijn toen vervangen, maar al snel weer gesloopt. De fundering is onlangs bij de aanleg van de nieuwe volkstuinen tevoorschijn gekomen. |
![]() Wachthuisjes bij Wierickerspoorbrug. collectie: Spoorwegmuseum |
Voedselhulp Aan het einde van de oorlog werd het voedsel in ons land steeds schaarser. Ook in een plattelandsdorp als Nieuwerbrug. Een aantal Nieuwerbruggers wilden in maart 1945 hier verbetering in brengen. “Het voedsel Comité is geboren uit de nood der tijden en heeft uitsluitend ten doel de ergste nood te lenigen van de inwoners der Brandschouwerij Nieuwerbrug en de rest van de gemeenten Rietveld en Barwoutswaarder.” Begin april kwamen er al tuinen voor gezinnen die geen grond hadden en werden er al pootaardappelen verkocht. Er werden koeien geslacht en het vlees verkocht, net als melk. Niet veel later kwam er turf voor de bakkers en kapucijners om te zaaien. In augustus 1945 stopten ze met hun activiteiten. |
![]() Poster voedsel-comité collectie: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard |
Bevrijding
|
![]() Bevrijders rijden over de Straatweg (nu Weijland) langs de Brugstraat (nu Bruggemeestersstraat). 7 mei 1945 collectie: Gijs Boer |
Heeft u meer verhalen, foto's of voorwerpen uit Nieuwerbrug in de Tweede Wereldoorlog? Laat het ons dan weten via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Samen vertellen we het verhaal van Nieuwerbrug. |
![]() Topografische kaart Bodegraven 1873 ![]() Kaart omgeving Nieuwerbrug aan den Rijn 2012 |
![]() Deze informatie ik ook te vinden op borden in de open ruimte rond Nieuwerbrug. Deze zijn geplaatst door de Republiek aan den Rijn. |
De Rijn maakt het land Vader Rijn was een woest stromende rivier die het water van het hoger gelegen gebied afvoerde en in duizenden jaren strijd met de zee, aan zijn wisselende oevers dikke lagen klei en zand achter liet. Tussen zijn rivierarmen ontstonden moerassen, veenpoelen, oude kreken, rivieren en stroompjes. Voor de Romeinen was de brede Rijn de noordgrens (de Limes) van hun Wereldrijk. Ze gebruikten de rivier om handel te drijven met andere gebieden en de verbindingen te onderhouden met hun versterkingen. Op de zuidoever liep de grensweg met castella, wachttorens en bruggen. Op de oeverwallen en de rivier was al (scheepvaart)verkeer tussen het binnenland en het kustgebied mogelijk. In onze streek was er in de Romeinse tijd geen permanente bewoning op de hogere delen. |
![]() Romeinse wachttoren in rivierenlandschap Tekening: Judith van Heel |
De mensen maken het landschap: ontginning Ongeveer 1000 jaar geleden gaf de keizer van Duitsland de bisschop van Utrecht toestemming voor de ontginning van de woeste grond. In deze omgeving als eerste op de klei van de oeverwal tussen de Rijn en het veenstroompje de Bekenes. Wat bredere percelen waterden daar vanzelf door slootjes en via duikers op de Rijn af. Vanaf de westkant gaf later ook de graaf van Holland die toestemming. Op Bekenes ontstond blokvormige verkaveling op de oeverwal. Later werden het smalle verkavelingen die ook het veen in gingen. Dit leidde tot het “slagenlandschap”. Eerst was de achtergrens vooraf niet bepaald (vrije opstrek), later waren het vaak “copeontginningen”. In dat geval sloot de graaf of bisschop een contract (cope) met een groep kolonisten om een stuk woeste grond te mogen ontginnen. Landmeters zetten percelen met vaste maten uit. Bomen werden weggehaald en afgebrand. Sloten, haaks op de Rijn of andere wateren, zorgden voor de natuurlijke afwatering. Op de oude kaart is goed te zien dat de achterkades van de ontginningen vanaf de Rijn en de Meije elkaar raakten en varieerden in lengte. Vaak bouwde de ene ontginning voort op de andere. |
![]() Polder Bekenes, 1615 Collectie: Hoogheemraadschap van Rijnland |
Door samenwerken ontstaat karakter: de polders De eerste ontginningen waren altijd gezamenlijke projecten. De Rijn of een veenriviertje diende als uitgangspunt van een ontginning. Rond 1365 werden al bestaande weteringen langs de polders doorgetrokken om het water van de Oude Rijn snel naar de IJssel af te kunnen voeren: de Enkele en Dubbele Wiericke. Binnen de polders werkten de boeren steeds meer met elkaar samen, ook in polderbesturen. Voor het grotere gebied werkten daarnaast al voor 1322 de polders in het Groot Waterschap van Woerden samen. Vanaf 1995 is het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden verantwoordelijk voor onze droge voeten, schoon water en veilige dijken. Onze betrokkenheid is nu het betalen van de waterschapslasten en eventueel het schonen van een sloot en het kiezen van bestuurders. |
![]() Polderbestuurders Barwoutswaarder ca en Papekop& Diemerbroek bij nieuw motorgemaal, 1929 Collectie: Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard |
Lager en lager: inklinken Het land kwam door het afgraven van de klei voor pan- en steenfabrieken en door inklinking van het veen langzamerhand steeds lager te liggen. Daardoor liep het water niet meer op een natuurlijke manier weg. Op kunstmatige manier moest het water daarom afgevoerd worden door menskracht of paardenmolens en later door windmolens die langs de Oude Rijn en de beide Wierickes stonden. De voorvlieten zijn nog steeds zichtbaar in het landschap. Molens en stoomgemalen hebben plaats gemaakt voor computergestuurde gemalen. |
Werkzaamheden aan sluis en brug |
En de boer hij ploegde voort: van koe tot kaas Sinds de ontginning van het veenmoeras 1000 jaar geleden is het gebied rond Nieuwerbrug aan den Rijn erg veranderd. Boerderijen werden in linten op de oeverwallen gebouwd, meestal aan het begin van de percelen en soms dieper het land in. Het landschap was gevuld met houtwallen, hoogstamboomgaarden en bosjes, tarwevelden en hennepakkers. Na de inklinking van het veen en het afgraven van klei was de grond eigenlijk alleen nog geschikt als grasland en ontstonden steeds meer melkveebedrijven. De percelen zijn grotendeels hetzelfde gebleven, de kaart is in die eeuwen niet veranderd, maar nu zie je bijna alleen maar grasland en maïsvelden. Een landschap van “gras en wolken, wilgen, wind en water” verandert mede onder druk van de oprukkende bebouwing van Woerden en Bodegraven in een gebied van “water, weide, wonen, werken en recreatie.” |
![]() Cornelia Moons-van Kasbergen maakt kaas op de boerderij aan het Weijland, rond 1940 Collectie: Kaasmuseum Bodegraven |
En de boer hij ploegde voort: de verandering van de boerderijen De kleine boerenbedrijven waren aanvankelijk ongeveer 14 ha groot. Daar werd met zeis, hooivork en mestriek, paard en wagen, mestpraam en baggerbeugel, het land bewerkt. De boeren en boerinnen verwerkten in de zomer de melk veelal tot kaas en boter. Dat is nu nog te zien aan het opkamertje van de boerderijen met daaronder de kaaskelder. De laatste 50 jaar worden steeds meer koeien op steeds grotere bedrijven van 40-60 hectare en in steeds grotere stallen gehouden. Technologisch hoogwaardige en snelgroeiende melkveehouderijen met vernuftige tractoren en landbouwmachines. De hoornloze koeien worden gemolken met behulp van geavanceerde melkmachines of door melkrobots. In het landschap zie je nu in plaats van de oude hooibergen, de moderne sleufsilo’s en in plastic verpakte balen voer. De boer heet nu een agrarisch ondernemer, producent van melk (en kaas!) en beheerder van het landschap. |
![]() Hennep roten en drogen op het land, schilderij G. van de Heuvel 1784 Collectie: Nederlands Openluchtmuseum Arnhem |
Beleg van Woerden,1576 (Particuliere collectie)
Tijdens de Spaanse bezetting, ook wel de tachtigjarige oorlog genoemd, werd Woerden belegerd van 8 september 1575 tot 24 augustus 1576. Rond de stad lagen diverse schansen. In ons dorp lag de Nieuwerbrughsche Schans (rechts boven, tegen de rand). Deze is in 1672 weer opkeknapt, om tegen de Fransen te gebruiken.
Net als in het Rampjaar, werden hier delen van het land onderwater gezet, om de vijand tegen te houden.