Ramptoeristen bij de ontspoorde locomotief, 1902. Bron: Spoorwegmuseum |
|
Hooikap en stal. 1974. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. |
Frits Klaster vond deze degen in de drooggevallen Dubbele Wiericke, tijdens de dijkdoorbraak in 1967. Op die plaats lag vanaf de 80 jarige oorlog tot 1816 Fort Nieuwerbrug. De degen is hier wellicht door een Franse of Staatse soldaat verloren in het rampjaar 1672. Het voorwerp zal nog worden onderzocht door een archeoloog. Heeft u meer informatie over dit voorwerp? Geeft het dan door via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. |
|
Mobilisatie Tijdens de oorlogsdreiging werden er in heel Nederland soldaten gemobiliseerd. In Nieuwerbrug werden ook soldaten ondergebracht bij verschillende boerderijen. Maar toen de Nieuwerbrugger Marius van den Berg ontwaakte uit zijn huwelijksnacht, was het land in oorlog. Bij houthandel Van Duijn werden toen de houtbewerkingsmachines onder de bedrijfshal in de grond verstopt. |
Nederlandse soldaten met de kinderen van de school. collectie: Gijs Boer |
Duitsers in ons dorp Duitse soldaten trokken in het schoolgebouw. De lessen werden daarom gegeven in de consistorie van de Brugkerk en De Ster. Ook in boerderijen en huizen werden soldaten met hun paarden ingekwartierd. Dit waren voor een groot deel Oostenrijkers, die waren opgeroepen. Geen fanatieke fascisten. Deze jonge soldaten waren voor sommige Nieuwerbrugse meisjes te spannend om niet te kussen. Een soldaat schilderde een grote tank op de houten schuur van Bosman, op de hoek van de Straatweg (nu Weijland) en Brugstraat (nu Bruggemeestersstraat). In de maalderij van Koning bracht hij de wapenschilden van de hier gelegerde cavalerie-eenheden aan. Deze zijn tijdens een brand door het bluswater vervaagd en rond 2014 door de huurder weggewit. |
Pier Kool met twee Duitse soldaten die bij hem waren ingekwartierd. collectie: Arie van den Berg Mzn |
Fort Wierickerschans Aan het begin van de tweede wereldoorlog werd Fort Wierickerschans nog genegeerd. Later vestigde het 'Zeugambt der Deutsche Marine' zich op het Fort, die het gebruikte als wapenarsenaal. In die periode werd de binnengracht verder gedempt. De Duitse marine gebruikte op zee kleine muziekinstrumenten. Zo is er op het fort een kleine accordeon achtergebleven. Een vlag met hakenkruis, die op het fort gewapperd heeft, is na jaren weer terug in Nieuwerbrug. |
Accordeon van Duitse marine op Fort Wierickerschans collectie: Gijs Boer |
Verzet Zoals in heel Nederland, hadden zich in Nieuwerbrug mensen aangesloten bij de NSB. Anderen verzetten zich tegen onze bezetters. Vanaf de Knodsenburg werd kaas gesmokkeld over de Rijn en bij verschillende Nieuwerbrugse huishoudens waren onderduikers ondergebracht. Nadat een Joods gezin zich bij Cees Koning meldde om onder te duiken, kwam hij in contact met de ondergrondse. Hij werd groepscommandant in gemeente Barwoutswaarder, codenaam Purmerend. Nieuwerbrug bestond toen immers nog uit Barwoutswaarder, Waarder, Rietveld en Bodegraven. Als groepscommandant had Koning contact met dr. Schrijver in Woerden en Karssen in Bodegraven. Op de zolder van het brandspuithuis werd verzetsblad Kroniek gestencild, pal naast de school waar de Duitsers zaten. Het kleine raampje in de nok, gaf een goed zicht op de naderende vijand. Het apparaat is later nog gebruikt door Brouwer Druk en ging toen naar Afrika. Tegen het einde van de oorlog kwam Koning samen met vader en zoon Boot en Van Ommeren in een vuurgevecht met SS-ers bij de Blokhuisbrug in Rietveld (nu Woerden). Een andere SS-er heeft hem een keer laten lopen, omdat hij hem zo moedig vond. Koning had geen problemen met NSB-ers die verder niemand verraden, of “fout” waren. Zo kwam er een Nieuwerbrugse NSB-er gewoon bij hen over de vloer. De vrouw van Cees, Maria, was wapeninstructrice bij de ondergrondse. Zij ging nooit mee op acties. Op een dag belde een aantal Duitsers aan. Ze heeft toen de geweren waar ze mee bezig was in de wieg gestopt en haar dochtertje er opgelegd. De soldaten vonden het een leuk kindje. Na de oorlog heeft ze met haar man de wapens uit elkaar gehaald en in delen in de Woerdense singel gegooid. Veel later moest een loodgieter onder hun vloer werken. Ze kwamen er toen achter dat ze nog een aantal geweren en handgranaten waren vergeten. |
Pistool van verzetscommandant Cees Koning. collectie: particulier Kopstukken van Nieuwerbrugs verzet voor de school in Nieuwerbrug. Tweede van links: Dokter Schrijver, commandant van Woerden. collectie: Gijs Boer |
Tewerkstelling Verschillende Nieuwerbruggers gingen werken in Duitsland. Sommige gedwongen, anderen vrijwillig. Eén van hen stikte in een kelder, tijdens een bombardement. Een ander raakte zijn benen kwijt tijdens het werken. Hij werd hiervoor keurig uitbetaald als oorlogsslachtoffer en kreeg een aangepaste auto. In ons dorp bekend als de ‘gogomobiel’. |
Floris Oskam werkt in de landbouw. collectie: Gijs Boer |
Oorlogsgeweld Om de bevoorrading van de Duitsers tegen te gaan, werden de ‘nieuwe weg’ A12, de Rijn en het treinspoor door de geallieerden en het verzet aangevallen. Tijdens een beschieting vanuit de lucht is een boerenknecht in zijn bil geraakt. Om sabotage te voorkomen werd er wacht gelopen langs het spoor en zaten er Duitsers in het huisje bij de spoorbrug. Tegen het einde van de oorlog was het verboden om tussen 16.00 en 9.00 uur het spoor over te gaan. |
|
Beschieting vrachtschepen Op zaterdagmiddag 9 september 1944 lagen de twee vrachtschepen van de Groningse broers Van der Molen afgemeerd in de Rijn, ter hoogte van de huidige ingang van de 's Gravenhof. Om twee uur vlogen Engelse bommenwerpers richting Duitsland, vergezeld door jagers. Deze jagers hebben de schepen misschien aangezien voor Wehrmacht-bevoorrading en het vuur geopend. Hierbij werden vader en zoon gedood en moeder zwaar verwond. De families verbleven hierna tot de bevrijding in Nieuwerbrug. |
Familie Van der Molen. collectie: Gijs Boer |
Bombardement spoorbrug Op 8 februari 1945 zijn de twee wachthuisjes bij de spoorbrug getroffen tijdens een gebombardeerd. Hierbij is een Duitse Oostfrontmilitair omgekomen. Hij had zelf al twee zoons verloren aan het Oostfront. Dus ook bij de Duitsers was er veel leed. Tot de 50er jaren, stonden hier houten noodwoningen. Deze zijn toen vervangen, maar al snel weer gesloopt. De fundering is onlangs bij de aanleg van de nieuwe volkstuinen tevoorschijn gekomen. |
Wachthuisjes bij Wierickerspoorbrug. collectie: Spoorwegmuseum |
Voedselhulp Aan het einde van de oorlog werd het voedsel in ons land steeds schaarser. Ook in een plattelandsdorp als Nieuwerbrug. Een aantal Nieuwerbruggers wilden in maart 1945 hier verbetering in brengen. “Het voedsel Comité is geboren uit de nood der tijden en heeft uitsluitend ten doel de ergste nood te lenigen van de inwoners der Brandschouwerij Nieuwerbrug en de rest van de gemeenten Rietveld en Barwoutswaarder.” Begin april kwamen er al tuinen voor gezinnen die geen grond hadden en werden er al pootaardappelen verkocht. Er werden koeien geslacht en het vlees verkocht, net als melk. Niet veel later kwam er turf voor de bakkers en kapucijners om te zaaien. In augustus 1945 stopten ze met hun activiteiten. |
Poster voedsel-comité collectie: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard |
Bevrijding
|
Bevrijders rijden over de Straatweg (nu Weijland) langs de Brugstraat (nu Bruggemeestersstraat). 7 mei 1945 collectie: Gijs Boer |
Heeft u meer verhalen, foto's of voorwerpen uit Nieuwerbrug in de Tweede Wereldoorlog? Laat het ons dan weten via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Samen vertellen we het verhaal van Nieuwerbrug. |
Speciaal aan deze straat is dat het een oost-west verbindingsweg is. Er zullen waarschijnlijk geen huizen aan komen te staan.
Wie zijn toch die geheimzinnige kapelmeesters waarnaar deze straat is genoemd? Waren ze zo belangrijk dat er een straat naar moest worden genoemd? Bekend is dat ze tot in de negentiende eeuw eigenaar waren van een stuk land aan de huidige Graaf Florisweg waarop later de school is gebouwd. Zij waren in het begin ook bestuurders en waarschijnlijk oprichters van die school. De naam Kapelmeesters duidt er op dat ze bestuurders waren van een kapel, zoals Kerkmeesters van de kerk en Bruggemeesters van de tolbrug. Een kapel in Nieuwerbrug kennen we van een oud kaartje uit 1578 en een latere afbeelding waarop bij de tolbrug en een kerkje of kapel staat. Over hoe die daar gekomen is kunnen we alleen maar naar een zo goed mogelijke verklaring zoeken.
Door de brug over de Rijn is een zelfstandige economische gemeenschap ontstaan rond de brug. De ondernemende Nieuwerbruggers wilden misschien wel meer, een religieuze kant geven aan die gemeenschap. Zelfstandig en onafhankelijk van de parochiekerken van Waarder, Woerden en Bodegraven. Dat kon in die tijd: een stuk grond bij de brug, een kapel er op gebouwd en een eigen geestelijke aangetrokken. In die tijd waren er genoeg lagere geestelijken met een minimaal inkomen die hier wel wilden komen werken.
Na de Reformatie rond 1575 kon de kapel blijven als school. De geestelijke kon als schoolmeester aan de slag om de kinderen lezen, schrijven, de psalmen en ook rekenen te leren. De kapelmeesters bleven, nu als schoolbestuur.
Werkgroep Republiek aan den Rijn: Judith van Heel, Jan van Rooijen, Jan van de Burgt
geopend voor reizigers: 1 juli 1879 (als proef)
gesloten voor reizigers: 15 mei 1935 (officieel)
De halte Waarder is als proef geopend op 1 juli 1879. Er werd vergunning gevraagd om de dienst te laten mogen uitvoeren door een vrouw. De halte werd gesloten op 15 mei 1934 (officieel op 15 mei 1935). Het perron lag aan de noordzijde van het spoor. In 1894 werd aan de noordzijde bij de overweg (huidige Molendijk) een abri gebouwd, met kaartverkoop.
Woning 2 a-b stond ten zuidoosten van de overweg en werd in 1934 afgebroken; de abri ging in mei 1936 tegen de vlakte. In 1907 werd nabij wachtpost 1 bij de halte een houten wachthuisje gemaakt.
Betekenis heeft de halte onder meer gehad voor boeren in de omgeving die vrijdags en zaterdags naar de markten in resp. Leiden en Utrecht gingen.
Vaders Wens, familie en meubelmakersbedrijf W.Mulckhuyse Rijksmonument Vaders Wens, Weijland 9. 2014 Twee grote kreeftankers en een kleine jaarsteen van 1791 sieren de voorgevel van dit rijksmonument. Tot 1992 was de boerderij in bedrijf, nu is het een woonboerderij, gerestaureerd met oude materialen naar de huidige woonmaatstaven. Bijzonder is dat de binnenmuren zijn gepleisterd met leem en de verwarming geschiedt door een houtgestookte leemkachel. Er wordt gekookt op een oud fornuis. Op zolder is nog de grote rookkast aanwezig in het schoorsteenkanaal en in de woonkamer zijn de drinkbakken van de koeien nu decoratieve elementen. De granito vloer van de kaaskamer is weer in ere hersteld en het bijzondere boenhok met zadeldak en stervenster wordt gebruikt als buitenkeuken. Ook bij de bouw van de nieuwe meubelmakerswerkplaats, overigens keurig verborgen in het groen en achter de boerderij, is gebruik gemaakt van natuurlijke materialen zoals veel hout en heel bijzonder een sedumdak begroeid met 7 soorten sedum. Er worden maatwerk meubels en keukens geproduceerd. In de werkplaats kunt u zien hoe dat in zijn werk gaat en wat er allemaal mogelijk is op dit gebied.
|
|