kaart 1873
Topografische kaart Bodegraven 1873

kaart 2012
Kaart omgeving Nieuwerbrug aan den Rijn 2012
logo republiekaandenrijn
Deze informatie ik ook te vinden op borden in de open ruimte rond Nieuwerbrug.
Deze zijn geplaatst door de
Republiek aan den Rijn.
De Rijn maakt het land
Vader Rijn was een woest stromende rivier die het water van het hoger gelegen gebied afvoerde en in duizenden jaren strijd met de zee, aan zijn wisselende oevers dikke lagen klei en zand achter liet. Tussen zijn rivierarmen ontstonden moerassen, veenpoelen, oude kreken, rivieren en stroompjes.  Voor de Romeinen was de brede Rijn de noordgrens (de Limes) van hun Wereldrijk. Ze gebruikten de rivier om handel te drijven met andere gebieden en de verbindingen te onderhouden met hun versterkingen. Op de zuidoever liep de grensweg met castella, wachttorens en bruggen.  Op de oeverwallen en de rivier was al (scheepvaart)verkeer tussen het binnenland en het kustgebied mogelijk.  In onze streek was er in de Romeinse tijd geen permanente bewoning op de hogere delen.
toren
Romeinse wachttoren in rivierenlandschap
Tekening: Judith van Heel
De mensen maken het landschap: ontginning
Ongeveer 1000 jaar geleden gaf de keizer van Duitsland de bisschop van Utrecht toestemming voor de ontginning van de woeste grond. In deze omgeving als eerste op de klei van de oeverwal tussen de Rijn en het veenstroompje de Bekenes.  Wat bredere percelen waterden daar vanzelf door slootjes en via duikers op de Rijn af. Vanaf de westkant gaf later ook de graaf van Holland die toestemming.  Op Bekenes ontstond blokvormige verkaveling op de oeverwal. Later werden het smalle verkavelingen die ook het veen in gingen. Dit leidde tot het “slagenlandschap”.  Eerst was de achtergrens vooraf niet bepaald (vrije opstrek), later waren het vaak “copeontginningen”. In dat geval sloot de graaf of bisschop een contract (cope) met een groep kolonisten om een stuk woeste grond te mogen ontginnen. Landmeters zetten percelen met vaste maten uit.  Bomen werden weggehaald en afgebrand. Sloten, haaks op de Rijn of andere wateren, zorgden voor de natuurlijke afwatering.  Op de oude kaart is goed te zien dat de achterkades van de ontginningen vanaf de Rijn en de Meije elkaar raakten en varieerden in lengte. Vaak bouwde de ene ontginning voort op de andere.
kaart 1615 k
Polder Bekenes, 1615
Collectie: Hoogheemraadschap
van Rijnland
Door samenwerken ontstaat karakter: de polders
De eerste ontginningen waren altijd gezamenlijke projecten. De Rijn of een veenriviertje diende als uitgangspunt van een ontginning. Rond 1365 werden al bestaande weteringen langs de polders doorgetrokken om het water van de Oude Rijn snel naar de IJssel af te kunnen voeren: de Enkele en Dubbele Wiericke.  Binnen de polders werkten de boeren steeds meer met elkaar samen, ook in polderbesturen. Voor het grotere gebied werkten daarnaast al voor 1322 de polders in het Groot Waterschap van Woerden samen.  Vanaf 1995 is het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden verantwoordelijk voor onze droge voeten, schoon water en veilige dijken.  Onze betrokkenheid is nu het betalen van de waterschapslasten en eventueel het schonen van een sloot en het kiezen van bestuurders.
pe004 k
Polderbestuurders Barwoutswaarder ca
en Papekop& Diemerbroek bij nieuw
motorgemaal, 1929
Collectie: Regionaal Historisch Centrum
Rijnstreek en Lopikerwaard
Lager en lager: inklinken
Het land kwam door het afgraven van de klei voor pan- en steenfabrieken en door inklinking van het veen langzamerhand steeds lager te liggen.  Daardoor liep het water niet meer op een natuurlijke manier weg. Op kunstmatige manier moest het water daarom afgevoerd worden door menskracht of paardenmolens en later door windmolens die langs de Oude Rijn en de beide Wierickes stonden. De voorvlieten zijn nog steeds zichtbaar in het landschap. Molens en stoomgemalen hebben plaats gemaakt voor computergestuurde gemalen.

ba001 k

Werkzaamheden aan sluis en brug
bij gemaal Barwoutswaarder, 1916
Collectie: Regionaal Historisch
Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard

En de boer hij ploegde voort: van koe tot kaas
Sinds de ontginning van het veenmoeras 1000 jaar geleden is het gebied rond Nieuwerbrug aan den Rijn erg veranderd. Boerderijen werden in linten op de oeverwallen gebouwd, meestal aan het begin van de percelen en soms dieper het land in.  Het landschap was gevuld met houtwallen, hoogstamboomgaarden en bosjes, tarwevelden en hennepakkers. Na de inklinking van het veen en het afgraven van klei was de grond eigenlijk alleen nog geschikt als grasland en ontstonden steeds meer melkveebedrijven. De percelen zijn grotendeels hetzelfde gebleven, de kaart is in die eeuwen niet veranderd, maar nu zie je bijna alleen maar grasland en maïsvelden. Een landschap van “gras en wolken, wilgen, wind en water” verandert mede onder druk van de oprukkende bebouwing van Woerden en Bodegraven in een gebied van “water, weide, wonen, werken en recreatie.”
pe003
Cornelia Moons-van Kasbergen
maakt kaas op de boerderij aan
het Weijland, rond 1940
Collectie: Kaasmuseum Bodegraven
En de boer hij ploegde voort: de verandering van de boerderijen
De kleine boerenbedrijven waren aanvankelijk ongeveer 14 ha groot.  Daar werd met zeis, hooivork en mestriek, paard en wagen, mestpraam en baggerbeugel, het land bewerkt. De boeren en boerinnen verwerkten in de zomer de melk veelal tot kaas en boter.  Dat is nu nog  te zien aan het opkamertje van de boerderijen met daaronder de kaaskelder. De laatste 50 jaar worden steeds meer koeien op steeds grotere bedrijven van 40-60 hectare en in steeds grotere stallen gehouden. Technologisch hoogwaardige en snelgroeiende melkveehouderijen met vernuftige tractoren en landbouwmachines. De hoornloze koeien worden gemolken met behulp van geavanceerde melkmachines of door melkrobots.  In het landschap zie je nu in plaats van de oude hooibergen, de moderne sleufsilo’s en in plastic verpakte balen voer. De boer heet nu een agrarisch ondernemer, producent van melk (en kaas!) en beheerder van het landschap.
hennep
Hennep roten en drogen op
het land, schilderij G. van de
Heuvel 1784
Collectie: Nederlands
Openluchtmuseum Arnhem

De zes straten van onze nieuwe wijk De Wijde Wiericke hebben namen gekregen die door de Nieuwerbrugse bevolking zijn voorgesteld. Het zijn beroepen of functies die van oudsher bij ons dorp horen.

De eerste straat met een nieuwe naam waarvan in 2019 de eerste woningen in gebruik zijn genomen heet “Steenbakker”. Van mogelijk 1700 tot 1938 heeft Nieuwerbrug, in Barwoutswaarder, een steenbakkerij gehad, waar nu Verweij Houttechniek is gevestigd. Het was een van de vele steen- en pannenbakkerijen in en rond Woerden. In 1849 waren dat zo’n 16 kleinere bedrijven.

De aanwezigheid van goede grondstoffen was zonder twijfel reden waarom in en om Woerden steen- en pannenbakkerijen werden gevestigd. Klei en turf lagen letterlijk voor het opscheppen en waren makkelijk per schip aan te voeren naar de steenplaatsen langs de Oude Rijn. De werkomstandigheden waren vaak slecht en het hele gezin moest meewerken. Ze woonden in veel gevallen in kleine huisjes vlakbij het bedrijf. Het was bovendien seizoenswerk, ’s winters was er voor een aantal van hen geen werk en geen woning.

Behalve werkman en arbeider hadden de functies van de mannen allerlei namen zoals aardemaker, afstrijker, karrijder, kruier, neerslager, overslager en zander. De steenbakker was de baas, de eigenaar, die meestal ook bij het bedrijf woonde. Hij liet in later tijd het eigenlijke werk aan anderen over en was dan bestuurder van het Woerdense steenbakkersgilde, of van de polder, soms ook wethouder, of burgemeester.

In de nieuwe straat “Steenbakker” woon je dus eigenlijk een beetje op “stand”. 

Projectgroep Republiek aan den Rijn: Judith van Heel, Jan van Rooijen, Jan van de Burgt

  • IMG_6133

Informatie en afbeeldingen van gebouwen

In Nieuwerbrug staan veel bijzondere gebouwen. Acht Rijksmonumenten en zes gemeentelijke monumenten. Dit zijn vooral boerderijen, maar bijvoorbeeld ook de unieke Onafhankelijkheidstoren, de Weijpoortse molen en natuurlijk Fort Wierickerschans.
Hieronder vindt u een overzicht van bijzondere gebouwen in ons dorp. Door op de foto te klikken, vindt u meer informatie over het gebouw.
De lijst bevat ook verdwenen gebouwen. Denk aan fort Nieuwerbrug, de Molkerschans of het Hof te Waarder.
In de loop der tijd zal deze lijst met gebouwen groeien.


RM = Rijksmonument, GM = Gemeentelijkmonument , V = Verdwenen

  Afbeelding Object jaar locatie
GM Barwoutswaarder85 2014
boerderij boerderij 1898 Barwoutswaarder 85
V ba003 rechtspraak Schots Varken   Barwoutswaarder
  brg010 brug Tolbrug 1990 Bruggemeestersstraat
   nieuw dak woonhuis Tolwachterswoning 1788 Bruggemeestersstraat 9
GM brg005 monument Onafhankelijkheidstoren 1913 Bruggemeestersstraat 11
  brg004 woonhuis Oude dokterswoning 1871 Bruggemeestersstraat 13
GM brg001 kerk Brugkerk 1914 Bruggemeestersstraat 14
RM Florisweg4 1989 boerderij Zomerlust 18e eeuw Graaf Florisweg 4
GM fl003 woonhuis Notabelenwoning 1890 Graaf Florisweg 7
V fl001      Brandspuithuis 1935 Graaf Florisweg
V fl004 school Oude School 17e eeuw Graaf Florisweg
V fl005 t kerk Kapel 14e eeuw Graaf Florisweg
GM Hoge Rijndijk8 MvdB 2013 woonhuis Woonhuis c.a 1700 Hoge Rijndijk 8
GM Buitenland MvdB 2011 boerderij Boerderij Buitenland 1880 Korte Waarder 19-21
V ko004d kasteen of buitenplaats Hof te Waarder 14e eeuw Korte Waarder
RM Rietveld129 Voorbreed GH 02 2010 boerderij Voorbreed 1620 Rietveld 128
RM Weijland9 VadersWens RCE 1967 boerderij Vaders Wens 1791 Weijland 9
RM Weijland20 Armengoed RCE 01 1974 boerderij Armengoed 19e eeuw Weijland 20
RM Weijland24 Johanneshoeve RCE 01 1977 boerderij Johannes Hoeve 1785 Weijland 24
RM Weijland26 Knodsenburg boerderij Knodsenburg 1588 Weijland 26

zaag1 industrie De Volharding   Weijland 38
V   verdedigingswerk Molkerschans 1672 Weijland
V ka003 d1 k verdedigingswerk Fort Pain et Vin 1673 Weijland
RM wp001 k molen Weijpoortse molen 1674 Weijpoort 25
V ka003 d3 verdedigingswerk Fort Nieuwerbrug 1575 Weijpoort
RM Wierickerschans 2005 lucht verdedigingswerk Fort Wierickerschans 1673 Zuidzijde 132

Rietveld129 Voorbreed GH 02 2010

Voorbreed, Rietveld 128. 2010. Groene Hart leven - foto: Roel van Norel

Misschien vraagt u zich af wat er toch achter het hek van Rietveld 128 te zien valt? Dan moet u verder lezen, of het paardenpad af lopen tussen de fruitbomen door. Een waar lusthof midden in de polder en naast de zandgaten zal u dan verschijnen: de woonboerderij “Voorbreed”, zo genoemd omdat het een krukhuisboerderij is, met een brede voorkant, of mogelijk omdat de percelen van de boerderij in de Rijnbocht aan de voorzijde breed uitwaaierden.

Geschiedenis gebruik en bewoning
Waarschijnlijk vele eeuwen lang wonen en werken er mensen op deze plek. In 1808 komt Jacobus van Slagmaat uit Woerden met zijn gezin op de boerderij, zijn weduwe Huibertje van Vliet en later zijn zoon Gerardus bestieren het bedrijf. Vanaf 1846 zitten de in Nieuwerkerk geboren Arie Breedijk en Cornelia Blok op de boerderij en later tot 1874 zoon Pieter. In 1920 komen de in Wassenaar geboren Simon Johannes van der Stoel en Elisabeth Verweij hier wonen en werken, ze hebben samen 10 kinderen. Simon Johannes is voor en na de oorlog raadslid en wethouder van Rietveld. Het bedrijf is uitsluitend veehouderij, de deel tussen de koeien is geen dorsvloer maar een voerdeel met smalle deeldeuren, er zijn dan twee hooibergen. Tot 1955 wordt er nog kaas gemaakt en werden er varkens gehouden. De melkveehouderij blijft volop in bedrijf, in 1979 wordt er nog een nieuwe ligboxenstal gebouwd en in 1983 wordt de bouwvallige wagenberging met hooischuur vervangen. De opvolger Pieter Coenraad zet even daarna het bedrijf voort in Sleen, Drenthe. Jaap en Pauline Uittenbogaard kopen de boerderij in 1985 verbouwen die zo veel mogelijk in oude staat tot een mooie oorspronkelijke woonboerderij. Die restauratie is in 1995 klaar. Inmiddels woont er een andere familie.

Gebouw
De boerderij is vanaf 1986 rijksmonument en dateert oorspronkelijk uit1620. Het is een tamelijk uniek voorbeeld van het type krukhuisboerderij in dit gebied. De boerderij heeft een afgewolfd rieten zadeldak en lage zijgevels met in het achterhuis kleine vierruits vensters met een luik. Aan de rechterzijde bevindt zich het krukhuisgedeelte, dat wordt afgesloten door een tuitgevel waarin roedenschuifvensters met luiken zijn geplaatst.
In de voorgevel, voorzien van een zwart en wit geverfde plint, zien we uiterst rechts in het krukgedeelte een kelderlicht met diefijzers met daarboven een klein roedenschuifvenster van de opkamer. In het midden van de voorgevel bevindt zich een deur met roedenbovenlicht en een groot roedenschuifvenster van de kaaskamer. Op de zolderverdieping en links in de gevel is nogmaals een klein roedenschuifvenster geplaatst. Op de begane grond zijn de vensters voorzien van luiken. In het metselwerk zijn boven de vensters ontlastingsboogjes met natuurstenen blokjes aangebracht en langs de dakrand vlechtingen. Belangrijke interieurelementen zijn onder andere het stenen kruisgewelf van de kelder en de balken met sleutelstukken in de kaaskamer.
Rechts van de boerderij staat een negentiende-eeuws zomerhuis voorzien van een pannen zadeldak en twee zesruits schuifvensters in de voorgevel.

Aanvulling
Bevolkingsgegevens Simon Johannes van der Stoel sr.: http://www.vanderstoel.nl/genealogie/gensjvds1895.php

Rietveld129 Voorbreed RCE 01 2000 Rietveld129 Voorbreed RCE 02 2000

Rietveld129 Voorbreed RCE 03 2000 Rietveld Voorbreed GH 01 2010

Voorbreed Rietveld128 RCE 01 1978 Zuidgevel in 1982
Collectie Rijksdienst voor het Cultuureel Erfgoed

Rietveld129 Voorbreed RCE 01 1982
Oostkant. 1982
Collectie Rijksdienst voor het Cultuureel Erfgoed
Rietveld129 Voorbreed RCE 02 1982
Zuidgevel. 1982
Collectie Rijksdienst voor het Cultuureel Erfgoed
Rietveld129 Voorbreed RCE 1982 Achterkant oude huisstal. 1982
Collectie Rijksdienst voor het Cultuureel Erfgoed
Rietveld129 Voorbreed RCE 06 1982 Nieuwe stal. 1982
Collectie Rijksdienst voor het Cultuureel Erfgoed

Voorbreed hek Toegangshek naast JanZen. 2012
 
Laatst bijgewerkt op: 1-9-2014

vo035 kvo035 m
Deze zilveren munt is gevonden langs het Jaagpad ter hoogte van de Hossebrug.
Hij is in 1633 geslagen in Antwerpen, dat toen in de Spaanse provincie Braband lag. Ook Holland viel toen onder Philips IV. De munt was dus in Nieuwerbrug ook een wettig betaalmiddel.

Kop
De buste van Philips IV met brede kraag. Het jaartal is gescheiden door een handje.
Tekst: PHIL.IIII.D.G.HISP.ET.INDIAR.REX. 

Munt
Koninklijk wapenschild gedragen door twee leeuwen, juweel van de Orde v.h. Gulden Vlies.
Tekst:  CAR.ARCHID.AVST.DV.X.BVRG.BRAB.ZC.

 

wo006

Beleg van Woerden,1576 (Particuliere collectie)

Tijdens de Spaanse bezetting, ook wel de tachtigjarige oorlog genoemd, werd Woerden belegerd van 8 september 1575 tot 24 augustus 1576. Rond de stad lagen diverse schansen. In ons dorp lag de Nieuwerbrughsche Schans (rechts boven, tegen de rand). Deze is in 1672 weer opkeknapt, om tegen de Fransen te gebruiken.
Net als in het Rampjaar, werden hier delen van het land onderwater gezet, om de vijand tegen te houden.

De zes straten van onze nieuwe wijk De Wijde Wiericke (gebouwd in 2019) hebben namen gekregen die door de Nieuwerbrugse bevolking zijn voorgesteld. Het zijn beroepen of functies die van oudsher bij ons dorp horen.

Een nieuwe straat, die nog lang niet klaar is, kreeg onlangs wel tijdelijke bewoners: de kinderen en leiding van de vakantie speelweek. Zijn hadden hun tent opgeslagen en hutten gebouwd op het terrein waar de straat over een aantal jaren de naam “Brugwachter” krijgt. De bewoners, tent en hutten zijn al weer verdwenen. Wat een brugwachter is hoeven we u niet te vertellen. Dat zijn de mensen die al die eeuwen behalve het tolhek openen ook vanaf 1651 de brug bedienen. Omdat het een klapbrug of wipbrug is heten zij in de Nieuwerbrugse volksmond “de bruggenwip”.

Maar… misschien was de Wierickebrug al wel eerder door het Groot-waterschap van Woerden als ophaalbrug gebouwd. De Dubbele Wiericke is immers rond 1365 gegraven en er was toen daar ook al scheepvaart door. In 1878 werd de spoorlijn in gebruik genomen en vanaf dat jaar werd de hefbrug door een bij het spoor wonende medewerker van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij bediend. Later door iemand van de NS, en nu bedient in het seizoen een medewerker van een gespecialiseerd bedrijf beide bruggen. Niet op afstand: hij loopt of fietst van de ene naar de ander brug.

Projectgroep Republiek aan den Rijn/Judith van Heel, Jan van Rooijen, Jan van de Burgt

Lengte Leiden - Woerden: 32,3 km.
1878: aansluiting op de vrije baan van spoorlijn Utrecht - Rotterdam bij Woerden (km 17,400).
1889: aanleg derde spoor, aan noordzijde traject Gouda - Woerden, met aansluiting bij station Woerden.

Gemeentelijk monument, Barwoutswaarder 85
Barwoutswaarder85 2014 JvdB
Barwoutswaarder 85 in 2014.

Jan Bouthoorn wordt op 9 maart 1772 in Bekenes geboren en woont in 1832 al op deze plek. In de eerste helft van de negentiende eeuw is er hier dus al een oude boerderij, met soms één huisnummer: Bekenes 57, later 100, soms twee 100 en 101. Er staan twee boerderijen vlak naast elkaar, eerst wordt voor de rechtse een nieuwe gebouwd een stukje westelijker, nu nummer 87. Rond 1898 wordt voor de linkse een nieuwe boerderij gebouwd. De huidige bewoner, nu Barwoutswaarder 85, vindt het wonen in een oud monument geen onverdeeld genoegen: “Wonen in een monument geeft meer last dan lust. Dubbel glas is bijvoorbeeld niet mogelijk.” Of met de woorden van een makelaar in cultureel erfgoed: Het aan regels gebonden beheer en de kosten van exploitatie maken gebruik van een monument niet aantrekkelijk.

Geschiedenis gebruik en bewoning
In 1832 is Jan Bouthoorn eigenaar van twee naast elkaar gelegen boerderijen en al het omliggende land. De percelen oostelijk van de boerderij zijn dan volgens het kadaster al boomgaard en het bedrijf heeft ook percelen weiland, hooiland en bouwland. Jan en zijn echtgenote Cornelia Kok beheren het bedrijf, de weduwe met haar zoon Lourens Bouthoorn en diens vrouw Elizabeth Verkuil blijven, na de dood van Jan in 1842, op de boerderij tot 1867.
Dan komt, als eerste van het geslacht Kool, Jan Kool uit Maartensdijk met Maagje Oskam uit Harmelen er boeren. Na Jan komen zoon Teunis en kleinzoon Willem. Willem is ook bestuurslid van de polder Barwoutswaarder. Zijn dochter Dieuwertje en Jan Spek nemen als laatste van de familie Kool in 1956 de boerderij over.
In de vorige eeuw bestaat het bedrijf uit melkveehouderij met fruitteelt, legkippen en wat hokken mestvarkens. De eieren gingen naar de veiling in het Grauwe Paard in Nieuwerbrug en later naar die in Woerden.
Nadat zij de boerderij hebben overgenomen legt Dieuwertje zich toe op de kaasmakerij en is op de Woerdense kaasmarkt bekend om de eerste kwaliteit kazen van wel 24 kg. Jan is specialist in het fokken van beren die landelijk verkocht worden, daarnaast heeft hij veel bestuurlijke functies. In de eenentwintigste eeuw is de boomgaard gerooid, en is het alleen een melkveehouderij die wordt gedreven door een opvolger. In die laatste tijd zijn land en melkrechten bijgekocht van buren die gestopt zijn met hun bedrijf.

Nieuwe wegen belemmeren de bedrijfsvoering
De laatste anderhalve eeuw is er geknaagd aan het land van de boeren ten zuiden van de Rijn en daardoor aan hun bedrijfsvoering. In 1877 wordt de spoorlijn Utrecht-Leiden aangelegd en raken boeren een deel van hun land kwijt. Belangrijker nog: hun percelen zijn nu doorsneden door de spoordijk, waar ze met hun vee en vervoermiddelen over moeten. Dat kan naast ongemak ook gevaarlijke situaties veroorzaken. In 2011 moeten in principe de boerenoverpaden verdwenen zijn. Herinrichting van land zoals westelijker komt in Barwoutswaarder niet van de grond. Voor de oorlog wordt de A12 aangelegd en een halve eeuw later weer verbreed. In 2013 wordt de zuidelijke randweg naar Woerden aangelegd. Er moeten daardoor nieuwe toegangen tot de percelen komen aan de zuidkant.

Nog meer boerende Bouthoorns en Koolen
Er woonden nog meer Bouthoorns in de buurt op boerderijen: in 1832 woont de weduwe van Bastiaan Bouthoorn, Aaltje van Vuren, op de boerderij die nu nummer 83 heeft, zij woont daar later in bij haar dochter Maria die getrouwd is met Jan van der Mel. Geertruij Bouthoorn is in die periode getrouwd met Jacob den Hollander en zit even verder op een boerderij.
Anthonie Frederik Kool uit de tweede generatie boert rond 1900 ook in Barwoutswaarder. In de twintigste eeuw zit een naamgenoot en neef uit de derde generatie, en afkomstig van de boerderij, op het boerenbedrijf Korte Waarder 17, nu het Thomashuis. Hij is na de oorlog bestuurslid en later voorzitter van de polder Westeinde van Waarder. Zijn zoon Teunis Kool stopt daar met boeren en gaat elders verder.
 
Barwoutswaarder85 1946 Sp
Schilderij van Jac. Graafland uit 1946. Rechts de silo voor kuilgras met metalen draaikap. Wagen/veeschuur daar achter is nog in oude staat.
collektie Spek (uitsnede)

Barwoutswaarder85 1978 Sp
Mevrouw Spek maakt kaas.  1978. Collectie Spek.

Gebouw
Dit gemeentelijk monument is een nabij de weg gelegen langhuisboerderij met rieten zadeldak waarin mooie halfronde dakkapellen, zogenaamde olifantsogen, en ajourgesneden topgeveldecoratie dat dateert uit ongeveer 1898. Karakteristiek is de symmetrisch ingedeelde voorgevel met vier lichtgetoogde vensters met glas-in-lood bovenlichten op de begane grond en een bijzonder engelenvenster met accoladeboogvormige bovenlichten op de verdieping. De boerderij vormt in samenhang met het links naastgelegen zomerhuis en de hooiberg, een waardevol en karakteristiek onderdeel van de boerderijstrook langs de weg Barwoutswaarder in Bekenes. Het beeld wordt nog versterkt door de rechts naastgelegen, nagenoeg identieke, maar soberder uitgevoerde boerderij, Barwoutswaarder 87.

Barwoutswaarder85 2014
Barwoutswaarder 85 en 87. 2014
 

Laatst bijgewerkt op: 12-9-2014